ADRIAAN UYTTENIIOOVEN. 85
rende de drie eerstvolgende zondagen verleend
werd. Echter mislukten zijne herhaalde pogingen,
om eene voegzame kerk te bekomen en men
behielp zich als uit den in de aanteekeningen
medegedeelden brief blijktmet een gehuurd
zoo goed mogelijk doch altijd slechts armoedig
ingerigt pakhuis.
Doch 't was niet van het dweepziek Ant-
werpsch graauw alleen dat hem onaangenaam
heid werd berokkend: ook de Zuid-Hollandsche
synode bemoeilijkte hem. Dezeaan wie hij in
het kerkelijke onderworpen was, wilde hem min
of meer in zijne gedragslijn de handen binden
maar uyttenhooven toonde nadrukkelijk aan dat
deze Heeren weinig konden oordeelen over de
handelwijzedie men te volgen had in een land
waar de K. C. godsdienst beleden, en dat wel
op eene zoo dweepzieke wijze beleden werd.
Zoo had hij meermalen den predikstoel (21) af
gestaan aan den destijds uitgeweken Dr. j. j. le
sage ten broek vroeger en later op nieuw
Predikant te Rotterdam. Op dezen hadden de