IN ZUIDBEVEL AND EN TE GOES. 201
dat langs dien weg hunne toekomst beter ver
zekerd werd.
Misschien oordeel ik te hard en gaarne laat ik
mij teregtwijzen. Maar men zal, geloof ik, toch niet
ontkennen kunnen, dat onverschilligheid hier in
den gang der zaken eene groote rol heeft gespeeld.
Met een paar opmerkingen wil ik besluiten.
De eerste betreft eene gevolgtrekking bij ypey
en dermout, t. a. pl. p. 45 gemaakt. Zij zeg
gen, dat de ontzette roomsche priesters het volk
uit de kerken der hervormden terug hielden en
meenen daarin de reden te vinden waarom nog
heden zoo vele roomsch gezinden in Zuidbeveland
worden aangetroffen. Ik geloof dat dit laatste
onjuist is. Vooreerst was het aantal van belijders
dier godsdienst daar niet zoo groot als men uit
deze opmerking opmaken zou, en ten anderen is
het van algemeene bekendheid, dat een groot deel
van de katholijken die thans dit gedeelte van
Zeeland bewonen, derwaarts in de laatste jaren
van elders, velen uit Duitschland en meerderen
uit Belgie gekomen zijn.