10 DE DOOPSGEZINDE GEMEENTE
niemand, buiten de stads-jurisdictie wonende, in
hunne bijeenkomsten toe te laten, en niemand als
leeraar te doen optreden, dan een ingezetene van
den Nederlandschen staattevensom de gods
dienst in stilheid met gesloten deuren en vensters
te doen plaats hebben. Zelfs werd hun in 1618
de verpligting opgelegd, om alleen des Zondags
middags te 12 ure te prediken, wanneer de
godsdienstoefening der Hervormden geëindigd
was, en wel op boete van 15 die bij een
tweede vergrijp zou verdubbeld worden. Het
schijnt, dat de arme Doopsgezinden gedurig
blootstonden aan velerlei kwellende tegenwerking
hunner medeburgers, waarbij het hun echter aan
de bescherming der Staten niet ontbrak (3).
Waarschijnlijk bleven zij zooveel de omstan
digheden gedoogden, hunne zamenkomsten houden
in het huis van genoemden pol of in andere
bijzondere woningen, totdat zij in 1635 een eigen
bedehuis erlangden (4). Het droeg den naam
van het Lam, en stond op de zelfde plaats,
waar nu nog de vergaderplaats der Doopsgezinden