/b EEN KONINKLIJK BEZOEK
niet weinig door zijne vertaling van david's Psal
men en het Nieuwe Testamentmaar hij arbeidde
overigens meer in stilte en liet het godgeleerde
kampperk aan anderen over." 12)
Volge Johannes vesaliüs. Afkomstig uit het
land van Cleve, werd hij door chkistiaan met de
waardigheid van aartsbisschop van Lund bekleed
doch door het domkapittel niet erkend. Tenjare
1539 was hij commissaris van keizer kakel bij de
zamenkomst met de Protestanten te Frankfort en
dezen zoo genegen dat paus paülus iii hem bij zij
nen zender aanklaagde, als zou hij zich door de
stad Augsburg en den koning van Denemarken
hebben doen omkoopen. De aanklagt miste haar
doel en de aangeklaagde stierf ten jare 1548 als
bisschop van Kostnitz. 13)
Nog vergezelden coknelius scepperus en corne-
lius agrippina den onttroonden koning. De eerst
genoemde, geboortig van Nieuwpoort, was de kan
selier van den vorst en de schrijver van een tweetal
geschriften ter zijner verdediging; de laatste een
zoo ervaren scheikundige, dat hij voor een toove-