92 EEN KONINKLIJK BEZOEK
vielen we op den vijand aan. Het was een kort maar
scherp en vreeselijk gevecht. Denkt u eenige men-
schen te midden van een' hevigen storm, die alles
doet kraken, kampende op leven en dood ziet
daarbij op mijn gezigt hoe goed de vijand wist te
treffen en ge zult mij niet beschuldigen van pogche-
rij. Nu-^de zege was aan onze zijde. „Genade!
Genaderiepen weldra de aanvallers en ge hebt,
toen wij ze hier te Yeere opbragten, u kunnen over
tuigen, dat wij hem beter hebben weten te bewaren
dan zij het ons deden. Hadde de Deensche koning
niet een open oor gehad voor de voorstellen van heer
adolf, ze zouden, in plaats van eene eerlijke uitrus
ting voor de reis naar hun land, ligt een halssieraad
gekregen hebben, dat hen zou verhinderd heb
ben van andermaal eerlijke visschers aan te ran
den 23).
En we zouden het zoo maar goedsmoeds aan
zien dat die koning enzijnvolkhieralsbanjerheeren
op het slot zitten? riepen eenigen van het gezel
schap.
Indien wij hun, spraken anderen, eens een