7 OP ZANDENBUEG. 97 hare vriendin Elisabeth. Zwijgend zaten beide vrouwen om de sluimering niet te storen, waarin de geliefde nadat liet verband was aangelegd, geraakt was. Wel had de geruststellende verzekering dei- beide artsen de vrees die haar in het eerst had aan gegrepen, dóen wijken, doch niettemin had het gebeurde haar aangedaan, haar geschokt. Nu en dan teekende zich meêwaardigheid op het gelaat, nu en dan gleed een traan langs de wangen. Plot seling ging de deur van het vertrek open en trad de vorstin binnen. Vol eerbied stonden de beide wa kende vrouwen op, toen de edele keizerszuster de legerstede naderde, juist op het oogenblik dat Paul sen de oogen opensloeg. Het doet mij leed, wakkere mandat gij om onzentwil in zulk eenen toestand geraakt zijt. Moge uwe trouw hare belooning vinden, zoo als zij mijne erkentelijkheid heeft. Spreek zóó niet, vorstintot mij, die zoo veel aan u heeft dank te weten en die niet anders deed dan zijnen pligt. Schooner belooning is er voor mij niet dan de zekerheid uwer goedkeuring. Maar

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 147