OP ZANDENBUBG. 109 drie onser al te soetste kinderen in der Haven van der Vere, aldaer wy aen Land komende, seer vrien- delyk en lieffelyk van uwer Iloogheit ontfangen en geherbergt zyn, om dat in eemviger memorien te stellen van onsen onthalen en de vrientschap tus- schen ons over en weder geschietverleenen wy by desen jegenwoordige letteren tot uwen levene vry en heel vrank van alle laste, van Tollen of eenige andere exactien, bet zy datse van ouden tyde opge- stelt zyn of mogelyk noch opgestelt mogten worden, hoe dat gebeuren mogte, voorby te varen en passe ren met uwen schepen, hebbende uwe brieven van certificatien met uwen zegele gezegelt, door alle de zeestroomen en revieren die strekken in onser ko- ninkryke van Denemarken; namentlyk door den Belte die men de Sonte noemt" Lubbertsz hield eenige oogenblikken met lezen op, terwijl adolf, zigtbaar verrast door dit gedeelte van den koninklijken brief, voor den vorst zich boog. Toen vervolgde hij Daerenboven, door meerdere liefde, die wy t' uwaerts dragen, soo approberen wy en confirmeren

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 159