OP ZANDENBUKG. H A gen Vlamingen, Hollanders, Brabanders, Zeelanders of andere, soo dat sy daeromme niet en laten te varen in de oostersclie zee noch koopmanschappen te brengen, alwaer 't ook soo dat de voornoemde van der Vere, namentlyk verklaert stonden in sulke brieven van Marke of Bepresaliaen, ten ware dat sy selve cause gaven, dat sulke verleent en gecom- mitteert worden't welk sy henluiden gelykelyk en by gelyker forme en maniere jegens ons en onse ondersaten beloofden, hen luiden by geener wyse en by desen jegenwoordigen Verbanden niet te doe- ne voor hen en hare nakomelingen. En wy willen insgelyks voor ons en onse nakomelingen koningen van Denemarken, dat dit eeuwelyk geduere" 25). Naauwelijks had de lezer opgehouden of een storm van toejuiching brak los, die welligt langer zou hebben aangehouden, ware niet op dit oogen- blik de gewonde paulsen binnen gebragt, omgeven van zijne gade, hare vriendin en zijnen redder. Op eenen wenk der koningin werd de zetel, waarop hij lag, aan hare zijde geplaatst. Zijn hoofd rustte tegen den boezem zijner levensgezellin, zijner getrouwe

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 161