HET HEIMELIJK SCHOOLVERZUIM. 125
woord in al deze verzen door „bosch" overgebragt.
Eeeds hierdoor komen wij op het denkbeeld, dat het
woord hage oudtijds de beteekenis had van bosch
een denkbeeld, waarvan de waarheid en zekerheid
ons blijken zou, indien wij uit andere onzer oude
schrijvers daarvoor proeven wilden bijbrengen.
Slechts wijzen we nog op onze genoemde overzet
ting in Jez. VI13, waar wij door eene „haageike"
een' „boscheik" te verstaan hebben, en in Jerem. IV:
7 „de leeuw is opgekomen uit zijne hage", waar
van der palm vertaalt „uit zijn struikenleger". Te
vens zien wij hier, dat aan het woord hage,metzijne
beteekenis van bosch, de gedachte van schuilplaats
verbonden werd; omdat een bosch een'eigenaardige
plaats is, waarin men zich verbergt,nam dus hage ook
de beteekenis van schuilplaats over. Van daar al
verder, dat men er zich bij voorstelde wat afgelegen,
wat geheim, wat ondeugend en slecht was. Eenha-
gepoorter was een burger, die buiten de stad woonde;
hagemunte was geld, dat niet gangbaar of van wei
nig waarde waseen haagpredikant was een predi
ker, die in de bosschenachteraf, in 't verborgen