HET HEIMELIJK SCHOOLVERZUIM 129 z66 verre te niet hebben gedaan wat eens kinds was, wij moesten toch in 't beeld van dien ongehoorzamen en ligtzinnigen schoolknaap met schaamte ons eigen beeld erkennen. Wij, verloren kinderen, wij ont- vlugten ook nog te vaak de tucht en het onderwijs, waardoor een' Hoogere Hand ons opvoeden wil, en verre van het vaderlijk huis, zwerven wij rond op de kronkelwegen der onbedachtzaamheid en in de duistere wouden der verkeerdheid. Maar toch, altijd tegen de verborgen waarschuwingen van dien trou wen regter, die in ons zijn' folterende stem doet hooren. Onzalige vrijheid, die niet anders is dan losbandigheid! Hoe jammerlijk verblindt zij zich- zelve en wordt betaald met onrust en naberouw! In 't zelfde oogenblik, dat wij 'tzóó lang bejaagde genot bereikt hebben, denken wij er aan met wroe ging en verdriet, hoe goed het ons was in 't huis des Vaders, dat wij te dwaas en ondankbaar ontvloden. Ja, er is een geluk, dat, vergald bij zijn' wellust en vervloekt bij zijn' geneugten, uitloopt op wanhoop en tranenVerschrik ons, gij verleiding, die ons rusteloos voortzweept als den joodschen wandelaar. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 179