132
AANTEEKENING.
van omtuining, gelijk het Matth. XXI33 door ./tuin," en Efez.
IIII door ./afsckeidsel" vertaald is. Van dek palm vertaalt
»ga op de wegen en voetpaden," en teekent aan, dat het woord
eigenlijk te kennen geeft//heggen, omtuiningendaarna aldus
afgezette voetpaden."
Dat hage evenwel bosch beduidt, blijkt ook uit /.hagespraak,"
eene bijeenkomst in bosschen, hagen, om over regtszaken te spre
ken. Zie YPEÏ en DERMOUT, Gesch. der nederl. hen. lerh, deel
I, bl. 212 der aantt., mede door de jager in zijn Archief aange
haald.
./Achter, in den zin van //door, langs, over," wordt ontelbaar
gelezen. Zoo: "haagpredikanten, die aldus achter lande trekken en
prediken", Serm. van br. cornelis, d. I, bl. 89 (uitg. 1711)
//achter lande loopen aid., 90'/achter lande ter predicatie gin
gen van meteren, fol. 41, aachter lande dwalen", Hiet.
der martel., fol. 320, a, b (uitg. Dordr. 1659). Voorts: //achter
straten", Serm. 1,133,171, 305, 383, II, 29,104Antw. chron,
bl. 89 Martelaaresplegder doopsgez., van T. j. van bracht,
fol. 280; Berigten van het Vtr.gen.,\Y, 1,143, 116; Vlaem-
sche Iron. (Gend, 1839), door ph. blommaert, bl. 57- Wijders
"achter weghen door dr. de jager, in zijn Nieuw arch, voor
ned. taalJc., d. I, st. II, bl. 233, aangehaald uit prof. molls Joh.
Brugman, en door hem verklaard //langs den weg," met de op
merking, dat dit gebruik van "achter" oudtijds zeer gewoon was,
en met de belofte, wier vervulling wij verlangend te gemoet zien,
van elders over dit gebruik breeder te zullen handelen. Eindelijk
petitiën achter dekercke", in mijn St. Anna ter Muiden, bl. 63.
hn nog spreekt men hier van "iemand achter straten en wegen
dragen,voor veel en overal, en wel ongunstig, van hem spreken.