OMTRENT HET HUWELIJK. 149
misschien niet onbelangrijk zijn alle kerkelijke bepa
lingen omtrent het huwelijk, door de provinciale syn
oden en de staten van Zeeland gemaakt, te verzame
len, maar dit ligt voor ditmaal althans niet in mijn
plan. Ik wilde slechts eene onjuiste gevolgtrekking
voorkomen, en begeef mij ook niet in breedvoerige
vergelijking der instellingen van vroegeren en late-
ren tijd. Eén wensch wil ik hier uitspreken. Dat
men het huwelijk meer algemeen uit een godsdien
stig oogpunt mogt beschouwen en in de gewigtigste
levensbetrekking niet voorbijzien, dat zij is eene god
delijke instelling, door het Christendom geheiligd en
alleen door christelijken zin eene bron van waar en
duurzaam geluk. Bij de oude inrigting bestond er
ten minste nog gelegenheid om deze zienswijze op
te wekken ofte versterken, terwijl er tevens gezorgd
was voor orde in den staat en voor de verzekering
van de regten der getrouwden. Ik ben geen laudator
temporis acti, maar zie met smart hoe in onze
dagen de strijd tegen de Kerk bij velen niet anders
is, dan eenstrijd tegen het Christendom of ten minste
tegen deszelfs invloed op het leven.