ALLES VERGEEFSCH.
DOOB
H. M. G. VAN QOSTF.R7.BW
Het was in de maand October van het jaar 1452.
Reeds meer dan eene week was het weder onvrien
delijk en onstuimig geweest en had de lage, onrus
tige vlugt der zeemeeuwen nog onstuimiger weder
voorspeld, toen daags voor St. Ursula de wind zich
met ieder oogenblik meer verhief en in den namid
dag tot een hevigen storm oversloeg. Met donderend
geraas braken de opgezette golven tegen de duinen,
die de westkust van het eiland Schouwen dekten, en
het lillend schuim vloog als vederen over het land. De
barken die in de haven te Westenschouwen lagen,
stampten en waggelden, terwijl de storm gierde