ALLES VEBGEEFSCH. 61
bij hem ten gevolge van dat een en ander de adellijke
fierheid overgegaan in eenen overmoedigen adel
trots, die 't niet beneden afkomst en aanzien achtte,
inbreuken te maken op het wettig gezag van den
graaf. Even als zijn broeder had hij daarover meer
malen de grootste onaangenaamheden gehad met
den rentmeester der grafelijkheid, moeijelijkheden
ook vaak met zijne behuwdverwanten. Toen hij alzoo
dezen morgen vroeg met eenigen zijner lieden naar
het strand was getogen, was 't minder hebzucht ge
weest om zich toe te eigenen wat eene reeds in den
nanacht vernomen schipbreuk welligt mogt opleve
ren, dan de overmoed, die er handhaving in zag van
vermeende regtenregten, op welke hij te meer tuk
was, naarmate hij mindere gevoelde te kunnen in
de schaal leggen. De oude baanderheer had reeds
voorlang dat zelfde pad betreden en droomde nog
van adellijke voorregten in een tijd, die den glans
van deze meer en meer omnevelde. Haat tegen het
toen regerend stamhuis mag daaraan wel het zijne
hebben toegebragt. De haamstede's hadden behoord
tot de voornaamste aanhangers van vrouwe jacoba
11