ALLES VERGEEFSCH. 173 Wij zijn lage ellendelingen zoo wij het hoofd als kinderen in den schoot leggen," schreeuwde arent uit. Welnu, als gij wilt dat onze oude vader in eenen donkeren kerker geworpen wordt en wij vogelvrij verklaard of voor de poort van dit kasteel worden opgeknoopt als gij wilt dat onze vrouwen en kin deren in armoede rondzwerven en dat ons adellijk wapen door beulslianden wordt verbrand Zeg maar kort en goed wat gij doen wilt", stootte arent uit met bevende lippen. „Wees bedaard en versta reden," hervatte floris, die blijkbaar de zaak juister inzag en zich ook wel schuldbewust was; „ons belang en dat onzer vrou wen en kinderen, ons leven, alles eischt dat wij het vonnis van 's graven mannen niet afwachten,maar „Op onze kniën bij den trotsclien Bourgondiër om genade smeeken", duwde arent hem toe. Ten minste den graaf verzoeken dat hij, uit aan merking van de hooge jaren onzes vaders en den al- ouden luister van ons stamhuis, gunst voor regt late gelden. Dat is mijn gevoelen."

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 225