188
ALLES VERGEEl'SCH.
zonken in bewondering. Keldermans' zegepraal
was volkomen en de keuze beslist, eer iemand nog
gesproken had.
Eindelijk nam de oudste der burgemeesters het
woord.
„Eeuwige roem voor u," sprak hij, „en eeuwige
glorie voor deze stad, indien dat werk kan worden
uitgevoerd. Of de middelen zullen gedoogen
zoo onovertrefbaar een werk tot stand te brengen,
zullen wij hierna zien. Vooreerst spreek, vreemde
ling, wat loon eischt gij voor uw ontwerp Wat
loon als u de uitvoering van het werk wordt opge
dragen
Zulk vernuft is niet te beloonen", riep a melius
uit, nog een blik slaande op eenige voorwerpen, op
de tafel uitgespreid.
„Belooning," zei keldermans met een ietwat ha
perende stem, „ik wenschte mijn voorwaarden al
leen aan de heeren van de regering dezer stad en die
van den geregte te openbaren."
„Zij zijn niet de eenigen die over 't werk gaan,"
merkte burgemeester huygens aan.