ALLES VERGEEFSCH. 193 van den rade zijn niet ongeneigd, maar die van den geregte weigeren V „Mij om 'teven," sprak keldermans, en ging voort zijn arbeid te vernielen. Houd op," riepen allen, „wij zijn immers nog niet aan 't einde en hebben 't beloven van tusschen- spraak niet ontzegd. Wilt gij den bouw onmogelijk maken eer 't nog zoo ver is „Het gansche bouwstuk zit hier afgewerkt," glimlachte keldermans, terwijl hij met den vinger op het voorhoofd weeszijt des onbezorgd, maal ais gij niet tusschenspreekt en uw vermogen bij den graaf is groot genoeg zal mijn vinding uw stad niet versieren." De vaste toon waarop hij dit zeide, nog al weder een blokje twee drie ten vure werpende, deed de hee- ren van de stad aan die van den geregte ernstig onder 't oog brengen dat het onherstelbaar jammer zou we zen bij aldien een zoo voortreffelijk kunstwerk, als naar amelius' zeggen in gansch Christenrijk niet te vinden was, afstuitte op den onwil om der schuldi gen voorspraak te wezen. Zij dachten aan het ver- 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 245