200
ALLES VERGEEFSCH.
van den adel de hoogheid van den landsvorst be
dreigden en hoe die hoogheid strenge straf eischte
waar 's graven gezag op het spel stond. Het lust
ons niet, de bogten te volgen, waarinde jonge cot-
ten zich wrong om karel te stemmen tot het eind
doel van zijn eigen streven, maar zeker is het, dat,
zonder dat der haamstede's naam nog over zijne
lippen was gekomen, de stadhouder reeds meer dan
genoeg was voorbereid om alle tusschenspraak der
heeren van Zierikzee te laten afstuiten op onverbid
delijke gestrengheid.
Karel verscheen met luisterrijk gevolg te Zierik
zee, gereed om er de hooge grafelijke vierschaar te
houden ook over de heeren van Haamstede. De
hoogbejaarde baanderheer, schoon krank en zwak,
stelde zich met zijn' zoon floris voor den vorst en
smeekte genade. Zij onderwierpen zich demoedig,
beleden hun schuld en gaven zich met lijf en goed
over aan de barmhartigheid van den stadhouder, be
lovende zich voortaan van alle inbreuk op's graven
regten te zullen onthouden. Dit hoopten zij, dat de
hunne dan ook zouden blijven in hunne handen en