TE DORDRECHT.
219
lids, GODEwijcK, maar ook de majores, als bever-
wijck, joncktys hebben hem als dichter geprezen.
Hij stierf den 12 augustus 1644, bij zijne huisvrouw
geertruid, dochter van cornelis rijser en maria
van beverloo, drie kinderen josyna, gehuwd
met arnodd van citters, ambassadeur aan de hoven
van Engeland enSpanje; adriaan, luitenant-kolonel,
kapitein-kommandant van Ylissingensimon, doctor
in de philologie en medicijnen, kandidaat in de theo
logie en beroemd arts te Dordrecht, ook als dichter
bekend nalatende 4). Zijne ambtgenooten gode-
wijck en MiCHAëLius betreurden zijn afsterven in
lijkzangen 5). Zijn opvolger was johannesrampiüs,
de leermeester van margaretha godewijck, die
„door een oratie, gedaan door denschoolarch gose-
winus a buitendijck, werd gesolemniseerd."
Later kozen eenige Zeeuwsche familiën weder „het
Dortsch Atheen voor de voedster hunner zonen", toen
petrds surendonck, vroeger rector te Goes, vervol
gens te 's Hage, in 1674 tot hoofd derillustre school
werd benoemd. Ook hij was „een goed rijmpoëet",
waarvan echter geen blijken voorhanden zijn, en be-