220 TWEE ZEEUWSCHE RECTOREN TE DORDRECHT. vriend met jacobus lydius, johannes vrechemius ABRAHAM FRANCISCUS VALENTIJN, CASPAR STAPHORST en andere vernuften van dien tijd, die hem lof- en eer-verzen hebben toegewijd. David van hoogstra ten noemde hem „de eer der letterhelden." Na den dood van zijn broederELiAS, predikant te Dordrecht, vertrok hij (1681) naar Utrecht, waar hij het recto raat derHieronymus-school bekleedde, tot dat cura toren der Amsterdamsche school hem op de voordee- ligste en vereerendste voorwaarden beriepen. Yijf jaren later legde hij ook deze betrekking neder en vestigde hij zich te 's Hage, van waar hij op dringend verzoek der regering naar Middelburg vertrok, wier school hij tot zijn dood bestuurde. Tot zijn leerlingen behoorden o. a. jacobus pruytier en eranciscus burmannus. Na het vertrek van surendonck is het mij niet gebleken dat Zeeuwsche jongelingen naar Dordrecht zijn vertrokken om, gelijk godewijck zou gezegd hebben „aen de borsten der Musen melk van geleerdheid te zuigen."

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 276