AANTEEKENINGEN. 1) Be Wonderen des Allerhoogsten enz., door abraham van de velde; te Amsterdam, bij pieter visser, 1740, (ie druk, bl.13. 2) Gendsche Geschiedenissen ofte Kronyke enz., doorp. ber- 3VARDUS de jong He, tot Gend, bij de weduwe van michiel de goesln.I deel, bl. 44. 3) Benden, zal hier beteekenen in benden, hoopen vereenigen. 4) (Broodate, zeker; die iemands brood eet, zijn bestedeling, die bij hem in de kost is. v. o.) 5) (Meestergeld, hetgeen aan den meester, den chirurgijn, voor de herstelling moest betaald worden, v. o.) 6) Misschietramp, ongeluk, onheil. 7) Ik herinner mij uit mijne kindschheid, toen ik te Tholen school ging, dat daar de knapen der stad verdeeld waren in twee benden: de marktboeven en de kaaiboeven, dieniet altijd in vij andschap leefden, maar toch nu en dan elkander dapper met vuis ten en stokken slag leverden. Misschien was het daar ter stede een overgeleverd erfgoed van de afzondering, waarin de nakome lingen der voormalige Bomerswalers te Tholen plagten te leven. v. o.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 284