238 IIET BELEG VAN SLUIS ste door den vijand bemagtigd mogten worden. Omdat het blijkbaar was op welk punt het gemunt was, had men, zoo als reeds gezegd is, tusschen de Westpoort en den blaauwen toren, door nieuwe doorsnijdingen en vergraving van de kat op den Yrouwenberg 3), dezen berg, te midden van al die gevechten, in eene halve maan achter de bres her schapen, waarop de vijand het hoofd kon stooten. Trouwens, de vijanden zaten op dat punt niet stil. Te middernacht tusschen 27 en 2S Julij werd op nieuw eene batterij in werking gebragt tegen de Westpoort, die gedurende dien nacht er een paar honderd kogels tegen uitbraakte. Met den dag werd dit gevolgd door een hevigen aanval op de voor poort, waarbij een der torentjes vermeesterd werd terwijl tevens de kapiteinen gomes en paz (hooft noemt barragon met zijnen vendrig), met eene krijgsbende ter verkenning of opneming van de bres werden afgezonden. De bezetting wees echter deze laatsten bloedig terug. De helft er van sneuvelde; de wederhelft werd gewond. Ook het torentje dei- voorpost, van waar uit zij veel nadeels hadden kun-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 294