in 1587. 239 nen veroorzaken, werd heroverd en daarbij een hel denmoed ten toon gespreid, die door groenevelt en ro. Williams bijzonder beloond werd. De Span jaarden hadden zich nogtans lang genoeg op dat torentje opgehouden, om af te zienwat er vanbinnen was aangebragt en dit aan parma mede te deelen, die nu hierdoor vooreerst van nieuwe bestormingen, als nuttelooze opoffering van menschenlevens, werd teruggehouden. Vermoedelijk evenwel droeg hiertoe nog eene tweede bijzonderheid het hare bij. Ant. buyle, een dier moedigen, die het waagden al zwemmende tusschen de Spanjaarden door te sluipen en brieven naar de schepen te brengen, was ten zelfden dage op een van die togten omgekomen, en zijne papieren wa ren in handen der vijanden gevallen, die uit deze den hoogen nood der veste leerden kennen. Waartoe zou men stormen op eene stad, die na korte dagen zich van zelve zou moeten overgeven? Parma zond eene nieuwe opeisching. Groenevelt's ant woord was, dat hij daarover met leycester moest onderhandelen en het onmiddelijk gevolg, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 295