in 1587. 251 tot nog toe vrij gehouden, en nu had de vijand zich meester gemaakt van dezen, en zieh reeds in denzelven genesteldDit maakte den toestand dei- stad hopeloos. Immers van het punt, waarvan de vijand zich thans had verzekerd, kon hij geacht wor den meester te zijn geworden van het vierde gedeel te der stede, dat alleen door de binnen- en achter haven tot aan erlorenkost toe, door het havenkanaal van het overige nog was afgescheiden. Daarenboven zag men, als het ware overal, aanstalten tot eene algemeene bestorming op alle punten, om welke af te slaan er minstens 3000 man zouden benoodigd zijn, terwijl er hoogstens 600, en nog wel door ver- moeijenis en nachtwaken uitgeput, aanwezig waren, en wat nog het ergste was, terwijl aan deze verdedi gers het noodige buskruid ontbrakIs het vreemd, dat burgerij en bezetting, onder deze omstandig heden, bij het vruchteloos uitzien naar ontzet van den kant van Ostende, en met eene vloot voor oogen, wel gezonden ter hulpe, maar, in weerwil zelfs van de uiterste noodseinen, geene hand ter hulpe uit strekkende is het vreemd, dat burgerij en bezetting

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 307