258 HET BELEG VAN SLUIS met de overgave."" Ik zou het niet durven beweren, til lezers ik beroep mij op het geschrevene, in verband di met de uitspraak van uw eigen geweten. Waar alle ne middelen ter verdere zelfverdediging ontbreken, ge- ee lijk te Sluis het geval was, wordt die verdediging j m eene dwaasheid. Men had het ontzet niet zóó tot op v( het uiterste moeten laten aankomen. De bezetting te van Sluis, die een eereteeken verdiend had, is later te ja wel beschuldigd gewordendoch heeft zich zege- 01 pralend verdedigd, 't geen haar trouwens ook niet as zeer moeijelijk kon vallen. v: „liet haperde dan welligt aan de maatregelen van a; leycesteb Ook dit zou ik niet gaarne beweren i' willen. De omstandigheden buiten hem waren ster- e ker dan hij. Langzaam toch werden de krachten tot w ontzet der slecht voorziene veste vereenigd; entoen li zij vereenigd waren, niet overal met gelijken ijver g en voortvarendheid aangewend, wat aan geheime te- c genwerking doet denken. Wij bepalen ons alleen v tot de laatste dagen der belegering. Leycester was van den ls'«n aug. vóór het Zwin, en t vertrok van daar den 2(lcn naar Ostende met achterla- i

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 314