in 1587.
261
,,'T is meer dan noot."
Hieruit blijkt, dat leycestee te dien dage nog niet
te Ostende terug was, en tevens wat aanleiding heeft
gegeven dat hij den terugtogt derwaarts aannam. Os
tende werd bedreigd, en na de overgave van Sluis kon
paema inderdaad met zijne geheele legermagt tegen
hem afkomen, terwijl er voor leycestee geene rede
nen meer waren om hem in het open veld af te
wachten. Het doel van den togt was mislukt; zijne
krijgsbenden konden elders met meer voordeel gebe
zigd worden. Ook werd door hen, die het best met de
gebeurtenissen bij en omtrent Sluis bekend waren,
niet getwijfeld of leycestee had ten behoeve der
stad gedaan wat hij kon. De officieren der bezetting
waren blijkens latere gebeurtenissen bijzonder aan
hem verknocht, en de stedelingen bleven, ook na de
overgave, op hem vertrouwen. Wij zullen van dat
laatste als bijlage een bewijs leveren, dat wij al mede
te danken hebben aan den heer van dam van nooe-
deloos, die met zijne bekende gulheid het uit zijnen
schat ter mededeeling heeft afgestaan.
Waar lag dan de schuld? De bezetting van Sluis