■- 1 u JAN CAREL PILAAR. de belangen van zijn vaderland, dat nog versch in liet geheugen van velen ligt, waardig is eene plaats te bekleeden in de rij der mannen, waarop Zeeland, waarop Nederland roem mag dragen. Doch, was mij een hoogst aangenaam berigt, de wensch des redac teurs, om eenige bladen van dit jaarboekje aan de gedachtenis van jan carel pilaar toe te wijden, gaarne had ik gezien, dat het vervullen daarvan een bekwamer hand dan de mijne ware toevertrouwd gewoiden. Nooit is in mij de gedachte opgekomen, dat aan mij die taak kon worden opgedragen. Toen ik als adelborst aan het Koninklijk Instituut voor de marine mijne opleiding ontving, heb ik pilaar leeren kennen in de wijze waarop hij wetenschappelij ke zeeofficieren trachtte te vormenhem leeren waar deren, misschien in later dagen nog meer dan toen. Ik werd zijn opvolger aan de genoemde inrigting, toen de dood hem, te vroeg, indien ik mij dus mag uitdrukken, uit den kring zijner werkzaamheden had weggerukt, en alzoo op een standpunt geplaatst, om werkdadig mijn oordeel over hem te doen ken nen. Doch eene schriftelijke hulde te brengen aan,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 326