JAN CAREL PILAAR. 387 lijk-Nederlandsch instituut en andere geleerde genoot schappen, als een blijk van hoogachting en erkentelijk heid voor zijne veelvuldige verdiensten en zijnen on verminderden ijver, als beoefenaar der zeevaartkundige wetenschappen, hem door zijne voormalige leerlingen, officieren en adelborsten van Zijner Majesteits zeeniagt aangeboden, 18331847". Nog ongeveer twee jaren bleef pilaar in zijne betrekking werkzaam. In het voorjaar van 1849 kreeg hij eene ongesteldheid, welke evenwel niet van dien aard was, dat hij er door verhinderd werd met zijne ambts- en andere bezigheden voort te gaan, noch dat men vrees voor de gevolgen voedde. Nadat die ongesteldheid eenige maanden geduurd had, ging zij over in eene ernstige ziekte eene verzwak king, waardoor zijne levenskrachten almeerenmeer afnamen. Tijdens die ziekte werd hij, met den lsteu October 1849, tot eersten officier van het koninklijk instituut voor de marine aangesteld, welke betrek king onvervuld was gebleven, nadat aan den voor- maligen eersten officier, schout-bij-nacht £crombet, het bevel over genoemd instituut was opgedragen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 343