/ia° JAN CAREL PILAAR.
Van die aanstelling heeft hij nog kennis gedragen
en bij het aankondigen daarvan, niet meer in staat
zich bij woorden te uiten, drukte zijn gelaat, ofschoon
kortstondig, toch onmiskenbaar uit, dat het berigt
hem eene aangename gewaarwording verschafte.
Zijn toestand was in den laatsten tijd zoo zeer ver
ergerd, dat men weinig hoop kon voeden om hem
te behouden; als met elk oogenblik namen zijne
klachten af; totdat hij kalm, en zoo wij vertrouwen
willen zalig, op den 16a«Octoberl849, in den ou
derdom van bijna 51 jaren, in de armen zijner diep
bedroefde echtgenoote ontsliep.
Het zal wel nietnoodig zijn dealgemeene versla
genheid te schetsen, die dat, ofschoon te gemoet ge
zien, nogtans altijd onverwacht afsterven bij zijne
ambtsbroeders, vrienden, voormalige leerlingen en
de adelborsten aan het instituut te weegbragt.
Vier dagen later, den 20"»» October, werd zijn lijk
met de gewone eerbewijzingen aan zijn rang en
zijne betrekking verbonden, ten grave geleid. Hij
sluimert thans op het stille kerkhof van Medemblik,
nevens twee zijner voormalige leerlingen, adelbor-