40 CORNELIS SYMONSZ. ons boort gecomen is, d'eerstemael de rolle der ge vangenen versoeckende, die hem verleent is, de tweede mael discriptie uyt den naem van den nieu wen vice-rey, ongeteyckent, oversulks daermede weder teruggesondenten derdenmale wederomme met de discriptie, nu geteyckent by den vice-rey op wie oock antwoorde versocht en verleent is, als gelieft te beoogen by n°. 2, ten vierden wederom een brief van den vice-rey get. n°. 3, daerby mon delinge versoeckende relaxatie der gevangenen, 't welck hem hebben alfgeslagen en onnoodich geacht den selven brieff te beantwoorden, alsoo de saeck syn vorige beloop sullen houden, uytwysende dese ingeleyde copyen en nummers verhaelt. Ende alsoo het volck noch weynig vervarst was en veel siecken en gequetsten, daer neffens geen off weynich water hadden, syn den 12e en 13e bij den anderen voor Wingurla geloopen, om ons gerieff te becomen, alwaer twee met ter doot gestraft syn, en andere per- soonen die hun in den slagh qualyck gedragen had den gesentencieert hebben, van welcker een UEd. met de sententie over hen gewesen wesende, neffens

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 90