De tweede woning en de belastingen Wanneer men in Nederland een tweede woning bezit, krijgt men weldra te maken met de heffing van belastingen. Het betreft hier de heffing van belastingen die. enerzijds zijn verbonden aan het object, n.l. de twee de woning of anderzijds in verband met het bezitten van een tweede woning van invloed zijn op de heffing van inkomsten belasting. Het geheel van belastingheffing is be paald geen eenvoudige zaak. Wanneer men over belastingheffing spreekt is dit voor velen aanleiding om te zeggen: laat het maar aan de deskundigen over; ik verdiep me daar niet in, het zal wel weer centen kosten. Wel, een aangename bezigheid is het zeker niet. Evenwel zijn er nu eenmaal bepaalde punten die iemand moet weten wanneer hij op het punt staat een tweede woning te kopen of reeds een vakantie woning bezit. Dit kan voorkomen dat een toekomstige eigenaar van een tweede woning later voor verrassingen komt te staan, ter wijl enige kennis van de belastingheffing met zich mee kan brengen dat op recht matige wijze in sommige gevallen fiscale voordelen kunnen worden behaald. Het is uiteraard niet de bedoeling om in dit artikel alle situaties op het gebied van de belastingheffing uiteen te zetten. Zou men dit doen, dan zouden enkele num mers van de Veerse Meer Gids hieraan moeten worden besteed. Dit is niet moge lijk en ook niet noodzakelijk. In moeilijke gevallen zal een belastingdeskundige een advies kunnen geven. Bovendien kan men zelf het nodige te weten komen door zich een in de handel zijnde belastinggids aan te schaffen en deze te raadplegen. De bedoeling van dit artikel is dan ook alleen om de bezitters van tweede woningen in korte trekken een overzicht te geven van de belastingen die worden geheven in ver band met de vakantiewoning. Alvorens enkele punten in verband met de inkomstenbelasting te bezien, zullen eerst onder de loupe worden genomen de belas tingen die de gemeenten terzake van de tweede woning kunnen heffen. a. Straatbelasting. De heffing van straatbelasting moet wor den gezien als bijdrage in de kosten die de gemeenten moeten maken voor aanleg en onderhoud van straten en wegen. De ta rieven zijn niet in iedere gemeente gelijk. Als berekeningsgrondslag wordt meestal ge nomen de belastbare opbrengst voor ge bouwde en ongebouwde eigendommen zoals die zijn vermeld in de kadastrale leggers. Hoe groot die opbrengst is kunt u nagaan op uw aanslag grondbelasting. Het nare kenen van een aanslag straatbelasting kan op eenvoudige wijze plaatsvinden door het bedrag van de belastbare opbrengst te vermenigvuldigen met de geldende percen tages voor straatbelasting zoals deze van kracht zijn in de gemeente waar zich de tweede woning bevindt. b. Rioolbelasting. Zoals uit de naam van deze belasting reeds blijkt, moet de rioolbelasting worden gezien als bijdrage in de kosten die de gemeenten moeten maken voor aanleg en onderhoud van rioleringen en rioolwaterzui veringsinstallaties. Ook de tarieven van deze belasting zijn niet in iedere gemeente ge lijk, terwijl voor wat de berekeningsbasis betreft, vele varianten mogelijk zijn. De ene gemeente heft een vast bedrag per woning, terwijl de andere gemeente een tarief heeft dat verband houdt met de belastbare op brengst volgens de kadastrale leggers. In het algemeen is rioolbelasting ver schuldigd voor die woningen die öf zijn aangesloten óf niet hierop zijn aangesloten, maar wel in de mogelijkheid verkeren daarop aan te sluiten. Is een tweede woning b.v. gelegen buiten de bebouwde kom waar geen riolering ligt, dan zal geen rioolbelasting verschuldigd zijn. Straatbelasting echter wel. omdat de gemeenten kosten maken voor straten en wegen die buiten de bebouwde kom zijn gelegen. c. Reinigingsrecht. Reinigingsrecht is verschuldigd wanneer ten behoeve van de tweede woning gebruik wordt gemaakt van de ophaaldienst voor huisvuil. Het tarief bedraagt meestal een vast bedrag per emmer. d. Woonforensenbeiasting. In verband met de hoge kosten die de gemeenten moeten maken voor het treffen van voorzieningen op recreatief gebied zijn verschillende gemeenten overgegaan tot de heffing van woonforensenbeiasting. Deze ge meentelijke belasting is verschuldigd door diegenen die. zonder in de gemeente hoofd verblijf te houden, er gedurende meer dan 90 dagen per jaar een gemeubileerde wo ning tot hun beschikking houden. De belas ting wordt berekend naar een percentage van de huurwaarde volgens de personele belasting. Het kardinale punt bij de beoordeling van de vraag of men woonforensenbeiasting moet betalen is het gedurende meer dan 90 dagen per jaar tot zijn beschikking houden van de vakantiewoning. Of men meer of minder van deze woning gebruik maakt speelt hierbij geen rol. Louter het feit dat u een tweede woning tot uw beschik king houdt is aanleiding om de eigenaar een aanslag te zenden. Heeft iemand meer dan één vakantiewoning, dan zal slechts voor één woning een aanslag worden ge zonden, althans voorzover deze woningen binnen dezelfde gemeente staan. Is de heffing van deze belasting billijk? Men moet hierbij goed bezien, dat ook de gemeente waar uw tweede woning staat, kosten maakt om voorzieningen te treffen die er op zijn gericht het verblijf in die gemeente te veraangenamen. In grote trekken werden hiervoor enkele gemeentelijke belastingen genoemd. Een toekomstige wijziging van de gemeentewet zal hierin wijziging brengen. Wanneer het wetsontwerp aangenomen is. zal hierop nader worden teruggekomen. Behalve gemeentelijke belastingen zijn voor tweede woningen ook waterschapslas ten verschuldigd. De berekening hiervan geschiedt meestal naar percentages van de belastbare opbrengst volgens het kadaster. Wanneer u een tweede woning bezit, doet niet alleen de gemeente een beroep op uw beurs. Ook het rijk heft belastingen die be trekking hebben op de tweede v/oning. Zo is o.m. grondbelasting en personele belas ting verschuldigd. Bovendien wordt uw aandacht gevraagd voor de inkomstenbelasting. Wanneer u een vakantiewoning bezit, dan dient rekening te worden gehouden met de vakantiewoning bij het invullen van het aangiftebiljet. Glo baal bezien dient de huurwaarde van de tweede woning tot het inkomen te worden gerekend, terwijl de kosten van de woning weer kunnen worden afgetrokken. In be paalde gevallen zullen de kosten hoger zijn dan de huurwaarde, zodat dit kan leiden tot een negatief bedrag dat in mindering kan worden gebracht op het overige inko men. Het kan derhalve mogelijk zijn. dat de fiscale gevolgen van het tweede woning- bezit een gunstig effect uitoefenen op het belastbare inkomen voor de heffing van inkomstenbelasting. Uiteraard is dit niet in alle gevallen zo. Dit hangt van verschillende factoren af. Enkele van deze factoren volgen hieronder. Huurwaarde. Wordt de tweede woning uitsluitend als eigen vakantiewoning gebruikt, dan kan wor den volstaan met opgave van de economi sche huurwaarde van de woning. Wordt de tweede woning b.v. gedurende twee maan den verhuurd en het resterende gedeelte van het jaar voor eigen gebruik beschikbaar gehouden, dan dient naast de ontvangen huur over bedoelde twee maanden een evenredig gedeelte van de economische huurwaarde te worden opgegeven. Welke kosten zijn o.a. aftrekbaar? Bij het bezien van de kosten die voor aftrek in aanmerking komen, moet er op worden gelet, dat de kosten ook werkelijk werden betaald in het jaar waarover de aangifte moet worden ingediend. Dit kan van groot belang zijn, omdat de mogelijk heid van het aftrekken van posten van in vloed is voor de bepaling van het 'belast baar inkomen. Aftrekbaar is o.m. de erfpachtscanon die jaarlijks moet worden betaald voor de grond voor de bouw van tweede woningen. (Komt in gemeenten rondom het Veerse meer voor). De erfpachtscanon is volledig aftrekbaar. Een afkoopsom van de erfpachtscanon is niet aftrekbaar. Wat de aankoopkosten van grond en wo ning betreft, deze zijn niet aftrekbaar. E- venmin kunt u aftrekken de notariskosten en andere kosten verbonden aan de aan koop. Wel voor aftrek komen in aanmerking enkele belastingen die op de tweede woning drukken, zoals grond-, straat- en rioolbelas ting alsmede de waterschapslasten. Reinigingsrecht, woonforensen- en perso nele belasting kunnen niet als kosten wor den opgevoerd. Bij financiering van de tweede woning, meestal met een lening onder hypothecair verband, is de rente aftrekbaar. In het jaar waarin de lening werd gesloten zijn tevens aftrekbaar de kosten van het sluiten van een lening. Behalve de hiervoor genoemde kosten zijn aftrekbaar de premies voor brand-, storm- en glasverzekering. In principe zijn de kosten van onderhoud van de tweede woning aftrekbaar. Wat deze aangelegenheid betreft kunnen zich verschil lende mogelijkheden voordoen. Is de tweede woning pas nieuw of slechts enkele jaren oud, dan zal zich het onderhoud beperken tot b.v. schilderwerk en de kosten van ver vanging wegens slijtage van bepaalde on derdelen van het huis. Bij deze woningen is het niet moeilijk te bepalen wat de on derhoudskosten zijn. Is een tweede woning echter niet nieuw meer, b.v. een oud boerderijtje, dan kan het moeilijkheden opleveren bij het bepalen van de juiste grens tussen onderhouds kosten en kosten van verbetering van de woning. Een juiste splitsing is gewenst en noodzakelijk, omdat hoge onderhoudskosten aftrekbaar zijn en hoge kosten van ver betering niet. Globaal bezien kan worden gesproken van onderhoudskosten wanneer kosten worden gemaakt om de woning in een behoorlijke staat te houden. Verbetering 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1969 | | pagina 16