veerse Meer-forel wordt
nationale trekpleister
Over Lemmer, Weizinge en Schenge
campings vraagt. Er zijn nog honderden
sportvissers, die er in hun vrije dagen met
de tent op uittrekken. Hun aantal wordt
snel kleiner. Een nieuw winstpunt voor het
groeiende legioen van hengelaars blijkt ook
de weersvoorspellingen voor drie dagen
door het K.N.M.I. Dit maakt het mogelijk
met redelijke kans op goed weer meer
daagse hengelexpedities te organiseren.
Auto. caravan en visboot vormen de drie
peilers voor het ware hengelaarsgeluk.
Waarvan acte aan alle gemeentebesturen,
die recreatieplannen gaan ontwerpen. Het
mag ook wel even vermeld, dat ook in het
kader van ruilverkavelingen vaak meer aan
dacht aan landschapsplanning en recreatie
kan worden geschonken. Met name natuur
lijk voor de hengelsport, die om betere ont
sluitingen van vele viswateren schreeuwt,
stoepjes om trailerbootjes te water te laten
en plekjes om de caravan of auto weg te
zetten.
C. van Heugten.
De aanleg van sportvishavens is een
nieuwe sleutel voor de opbouw van kam
peerterreinen met veel caravan-bewoners.
In de naaste toekomst zullen ook de ge
meenten rond het Veerse meer daar degelijk
rekening mee moeten houden. Het zal zelfs
zaak zijn riante kampeerterreinen in de buurt
van de sportvishavens en bekende hengel-
stekken te krijgen. De opbouw van de pa
lingstand en de uitzetting van forel op het
Veerse meer belooft toenemend toerisme
naar dit water. Het geheim van de recrea
tieve explosie is doodeenvoudig. De week
endtoerist of dagjesmens wil een tweede
huis, dus voor de meeste mensen de cara
van hebben. Hij wil liefst dicht in de buurt
zijn bootje een goed bewaakte ligplaats
geven. En hij wil niet ver van die sportvis
haven zijn visstekken kunnen bereiken.
Vrouw en kinderen moeten kunnen zonnen
en zwemmen of op het strand spelen. Ook de
mogelijkheden voor dagrecratie, om een
vrije dag of weekend een caravan of tent
weg te zetten op een grote zonneweide
(denk maar aan de Piet), zijn enorm. Een
trailer-hellinkje om het vis- of zeilbootje te
water te laten is dan onmisbaar.
De tijd dat eb en vloed over Veerse Gat
en Zandkreek regeerden, ligt weer bijna
acht jaren achter ons. Met zijn moderne
technische wetenschap, zijn machines en
zijn hulpmiddelen legde de mens de natuur
zijn wi! op. Door de aanleg van twee
afsluitdammen onstond het Veerse meer
en alleen de geulen en kreken in de voor
malige schorren en slikken, voor zover ze
niet reeds zijn dichtgeschoven, roepen nog
herinneringen op aan de tijden van weleer.
De opgroeiende oeverbossen, de aanleg
van wegen, de bouw van zomerhuizen, de
aanleg van jachthavens, steigers en recrea
tie-eilanden zullen binnen de komende tien
jaren een zodanige verandering van land
schap en sfeer met zich meebrengen, dat
slechts de ouderen onder ons zich dan
misschien nog vaag zullen kunnen voorstel
len hoe het getijengebied van Veerse Gat
en Zandkreek er vóór de afsluiting uitzag.
Ik hoop te zijner tijd een poging te doen
die sfeer nog één keer voor u op te roepen,
maar eerst zou ik u in dit artikel willen
meevoeren naar ..lang vervlogen tijden" en
met u willen nagaan hoe het Veerse meer
en omgeving er ongeveer moet hebben uit
gezien omstreeks het jaar 1500 en welke
veranderingen zich van toen af, zowel door
ingrijpen van de mens als door natuurlijke
oorzaken hebben voltrokken, totdat in 1872
de aanleg van het kanaal door Walcheren
werd voltooid.
Voor de instandhouding van de economie
der eertijds bloeiende handelssteden Mid
delburg, Arnemuiden, Veere en Goes was
een goede scheepvaartroute onontbeerlijk,
omdat in de oude tijd het goederenvervoer
op andere wijze vrijwel niet mogelijk was.
Omstreeks het jaar 1500 lag langs de
oostzijde van Walcheren het zgn. Vere Diep,
dat later de naam Veerse Gat kreeg.
Van het Vere Diep kwam men zuidwaarts
varend in het vaarwater Lemele, Lemmel
of Lemmer, waarvan de ligging schetsmatig
op het bijbehorende kaartje staat aange
geven onder het cijfer 1. Door de Lemmer
verder zuidwaarts varend, bereikte men het
vaarwater Weizinge (2) dat ter hoogte
van Rammekens in de Westerschelde uit
mondde.
In de Lemmer stroomde de Arne (3) uit.
een kronkelig vaarwater, waardoor de
scheepvaart Middelburg kon bereiken.
Aan de mond van de Arne lag het (oude)
Arnemuiden (4).
Verder oostelijk van de Weizinge langs
de schorren voor de Zuid-Bevelandse kust
lag het Jonker Fransgat (5), waardoor men
van de Westerschelde landinwaarts, o.a.
de Zuidvliet en het Schenge kon bereiken.
Zowel door de Zuidvliet, welke naam om
streeks 1850 in Zandkreek werd veranderd,
als door de Schenge (6), de Puye (7) en
het Goesse Diep (8), kon de Oosterschelde
bereikt worden. Tussen de Zuidvliet en het
Schenge lag het eiland Wolfaartsdijk ge
scheiden van de rest van Zuid-Beveland.
Vanuit de haven van Goes, moest men
de Oosterschelde via deze stromen zien te
bereiken.
Naarmate de omvang en de diepgang
der schepen in de loop der jaren toenam,
werd het manoeuvreren in de smalle kron
kelende en ondieper wordende vaarwaters
steeds bezwaarlijker. Vooral voor de scheep
vaart over de Arne naar Middelburg ont
stonden grote moeilijkheden, die de bloei
van deze stad als handelscentrum ernstig
bedreigden.
In 1531 was men daarom genoodzaakt
een kanaal (9) te graven dat in de Wei
zinge uitkwam, recht over de plaats waar
nu het dorp Nieuw- en Sint Joosland ligt.
De laagte langs en ten westen van de Nieuw-
landse weg wijst de plaats nog aan waar
dit kanaal eertijds lag. De scheepvaart naar
Middelburg was hierdoor voor vele jaren
gewaarborgd, maar aanslibbing en verzan
ding van Weizinge en Lemmer, vooral in de
loop van de 17e eeuw, vormden een ern
stige bedreiging.
Er bleef de gemeente uiteindelijk niets
anders over dan te pogen weer een nieuwe
uitweg naar bevaarbaar water te laten gra
ven. Dit resulteerde in een kanaal dat van
Middelburg naar het Veerse Gat liep en
dat nabij de hofstede Wulpenburg in het
Veerse Gat uitmondde (de oude Middel
burgse haven).
Nadat dit kanaal van 1817 tot 1871
dienst had gedaan, werd het gedeeltelijk
opgenomen in het huidige kanaal Walcheren,
dat in 1872 gereed kwam.
Ook de toegang naar Arnemuiden ver
zandde steeds meer, waardoor men ge
noodzaakt was een deel van de oude Arne
te kanaliseren, dat in 1873 met het kanaal
door Walcheren in verbinding werd gebracht.
7