M P
40 Jaar
Nederlandse
Jeugdherberg Centrale
Wateractiviteiten hoog genoteerd
Op de voormalige Lemmerplaat bij de
oude Arnemuidense haven is nu een groot
recreatieproject voor de gemeente Arnemui-
den in aanleg.
De aanleg van de Sloedam in 1871 sloot
de oude verbinding tussen Ooster- en Wes-
terschelde, die toen als vaarweg al geen
enkele betekenis meer had. voorgoed af
en de vele inpolderingen die in de loop
der jaren in het gebied van Lemmer. Wel-
zinge en Sloe plaats vonden, hebben de
sporen uitgewist van wat eens de grond
slag vormde voor een bloeiende handel en
scheepvaart.
Ook het Schenge en de daarmee verbon
den stromen slibden in de loop der jaren
snel aan. met als gevolg dat deze stromen
als scheepvaartroute in verval dreigden te
geraken. Vooral de scheepvaart op Goes
werd ernstig bedreigd.
De haven van Goes liep destijds maar
door tot de plaats waar nu het gebied van
de Wilhelminapolder begint. De schipper
die omstreeks het jaar 1800 met zijn schip
de haven van Goes verliet, zag bij het
verlaten van deze haven een onafzienbare
vlakte van schorren, slikken en geulen voor
zich. waardoor hij tenslotte zijn weg nog
slechts met moeite wist te vinden.
't 'Is al een hele tijd geleden dat kam
peerders. die elkaar onderweg ontmoetten,
de groet wisselden, die nu als titel boven
dit stukje prijkt. In de jaren tussen 1920
en 1930 kon dat nog. Ten eerste waren
er nog niet zoveel kampeerders en boven
dien waren ze onderweg gemakkelijk te
herkennen aan hun bepakte fietsen. Ja.
zelfs kon je met één oogopslag aan die
bepakking zien of je te maken had met
een ervaren kampeerder of met een nieu
weling.
Er zou nu geen beginnen meer aan zijn.
Het kamperen heeft zich de laatste tien,
vijftien jaar ontwikkeld tot een jaarlijkse
exodus van miljoenen, die kris kras Europa
doortrekkend op weg zijn naar een plaats
waar ze nog niet zijn. De grote volksverhui
zingen in de eerste eeuwen van onze jaar
telling. waarover we op school geleerd
hebben, vallen wat aantallen in beweging
zijnde mensen betreft, volkomen in het niet
bij deze moderne jaarlijkse trek.
Als bij deze trekkers iets in trek is, dan
is het wel de zee. Zelfs zij. die de trek
naar zee menen te kunnen weerstaan, zoe
ken als 't enigzins kan toch een plek aan
het water voor hun tijdelijke woonplaats.
Waarom? Wellicht omdat de zee. aan de
horizon begrensd door de oneindigheid, de
mensen een gevoel van ruimte en vrijheid
geeft, die ze in hun stedelijke woonmilieu
bewust of onbewust ontberen. En diezelfde
ruimte biedt een frisse, ziltige lucht, waar
in de door de industrieën verpeste atmos
feer der bevolkingscentra naar gesnakt
wordt.
Daarom zal 't deze zomer weer vol wor
den langs onze kusten en aan de oevers
van onze meren. Nederland is bezig een
provincie van Europa te worden. Dat merken
we elk jaar sterker aan de Babylonische
spraakverwarring waar de blanke top der
duinen neerlands smalle kust begroet.
En Zeeland zal zijn deel krijgen en meer
dan dat. Waarom moet ik nu denken aan
dat flauwe mopje, dat aan het begin van
een „gezellige" avond nog wel eens wordt
getapt als het eerste glas gedronken wordt:
„Zoek een goed plaatsje, want 't zal vol
worden''?
Ja. 't zal natuurlijk wel weer vol worden
Het gemeentebestuur van Goes verzocht
ten einde raad de regering om steun. Het
gevolg hiervan was dat de staat een groot
gedeelte der buitengronden, voorzover deze
staatseigendom waren, verkocht aan een
aantal kooplieden uit Rotterdam die een tij
delijk beleggingsobject voor hun geld zoch
ten.
Aan deze verkoop werd de voorwaarde
verbonden dat de kopers het gebied moes
ten inpolderen, een kanaal van Goes naar
de Oosterschelde moesten graven en daar
een sluis moesten bouwen.
Deze werken kwamen in 1809 tot stand
en zo ontstond de polder, die later de naam
Wilhelminapolder zou dragen.
Van het Schenge en het Goesse Diep
zijn in het landschap van vandaag nog
sporen overgebleven en vooral voor diegenen,
die belangstelling hebben voor de toestand
van weleer, moet het interressant zijn te
proberen om met behulp van een goede
kaart de vroegere loop van deze oude
stromen, van de noordwestelijke hoek van
de Noordkraayertpolder en tot Kattendijke,
te volgen.
Het lijkt me een leuke en zinvolle vrije
tijdsbesteding.
J. van der Broecke.
op de kampeerplaatsen langs de kust en
aan het Veerse meer en niet iedereen zal
een goed plaatsje kunnen krijgen. Maar wat
hindert dat? De terreinen langs het water
zijn er niet om op die terreinen zelf je
recreatie te zoeken, maar als basis voor
het strand- en badleven en bij minder goed
weer om van daar uit te genieten van het
stads- en dorpsschoon, dat over heel Zee
land verspreid, op bezoekers ligt te wach
ten.
Of het ondanks de drukte op de kam
peerplaatsen langs de kust. het Veerse meer
en elders prettig zal zijn hangt alleen en
uitsluitend van de kampeerders zelf af. 't Is
zo dóódsimpel om een prettige sfeer te
scheppen. Daar is helemaal geen lange en
ingewikkelde handleiding voor noodzakelijk.
Er is voor alle kampeerders en caravanners
maar één gulden regel, die dan nog kan
worden samengevat in twee woorden: DE
ANDER
Het is al weer 40 jaar geleden dat in ons
iand de eerste jeugdherbergen verrezen,
zoals „De Zevensprong" in Petten, waar
plaats was voor zeven meisjes en even
zoveel jongens. De prille start van Richard
Schirrmanns idee deze Duitse onder
wijzer begon even na de eeuwwisseling met
jeugdherbergen in Sauerland is uitge
groeid tot een groot toeristisch „bedrijf"
met verbindingen naar vele buitenlanden.
Wanneer iedereen, bij al wat hij zegt en
doet en ook nalaat, steeds denkt aan de
ander, dan ontstaat altijd een goede gemeen
schap. Die ander kan zijn je tijdelijke buur
man. die wellicht niet gediend is van je
radiomuziek. je kampbaas, die in de drukke
vakantietijd geen gezeur aan z'n kop kan
hebben, de dorpsbewoners en hotel- en
pensiongasten, die de rust liever niet ver
scheurd zien door knetterende bromfietsen,
en ook de kampeerder, die na je komt,
die het kampeerterrein en je kampeerplek
graag net zo zou willen aantreffen als jezelf
had gehoopt. Die ander is ook de zeiler,
die niet door zwemmers gehinderd wil wor
den.
Ik ben niet zo optimistisch te denken, dat
iedere Nederlandse kampeerder de kamp-
regels op z'n kampkaart gelezen heeft, zelfs
niet als hij zijn handtekening heeft gezet
onder de verklaring, dat hij zich aan die
regels zal houden. Ook de regels, die hem
verstrekt worden door de kampbeheerder
bij aankomst op het kampeerterrein worden
niet altijd bestudeerd. Op zichzelf is dat
helemaal niet erg. als men bij het kam
peren maar steeds de gulden regel: „Denk
aan de ander!" voor ogen houdt, want alle
kampregels zijn daarop terug te voeren.
Laat daarom voor 1969 en volgende
jaren die gulden kampregel ons aller
devies zijn. dan wordt het deze en vol
gende zomers voor allen een GOED KAMP.
G. van der Weyde,
chef kamperen,
Kon. Ned. Toeristenbond.
De enkele tientallen bedden van 1929
zijn er 6.500 geworden in 54 jeugdherbergen
in alle delen van het land; van oude roman
tische kastelen tot hypermoderne onderko
mens waar de slaapzaal vervangen is door
kleinere slaap-eenheden. De NJHC is te
vens reisbureau en schoolreisorganisatie,
zorgt jaarlijks voor ruim een half miljoen
overnachtingen, waarvan 200.000 buitenland
se en via de NJHC worden in de verschil-
12-
Service-organisatie voor jonge mensen