water op de slikken of in de tijhavens veilig
droog konden vallen.
Tot de oudste schepen die destijds langs
de kusten voeren moeten gerekend worden
de hulken, de kogschepen, het karveelschip
en de Kraak. Daarnaast kende men later
nog bootschepen, koopvaardijhoekers, smak-
schepen, brikken of barkentijnen, snaauw-
schepen, pinkschepen en galjotten.
De daarvoor speciaal gebouwde compag
nieschepen voeren op Oost- en West-lndië,
ook galjoenen, galeien, driemastfregatten,
brikken en driemast pinken bevoeren in die
tijd de oceanen.
Als oudste binnenvaartuigen zijn bekend
de crayer, de heude, het karveel en de snik.
later gevolgd door de pleyt, de praam, de
boeyer, de kraak, de smak, de poon en de
kaag.
Als verzamelnaam van een aantal rondge
bouwde schepen zou naderhand ook de tjalk
op de Zeeuwse wateren verschijnen, een
scheepstype dat men. ontdaan van mast en
zeilen en voorzien van een motor of als
plezierjacht, ook heden ten dage nog wel
eens tegen kan komen.
Romantiek en schoonheid der oude zeil
schepen.
Wat zullen de schepenliefhebbers uit vroe
ger tijd genoten hebben als ze de schepen
onder het volle tuig zagen komen of ver
trekken. In de havens waar ze lagen moet
het geroken hebben naar teer, pek, hars en
specerijen en de schilderachtige figuren der
zeelui van velerlei landaard zullen aan de
romantiek van die tijd zonder twijfel een
belangrijke bijdrage geleverd hebben.
Een flauwe indruk van dit alles straalt
nog af van de hierbij afgedrukte plaat, een
compagnieschip voorstellend, dat Middel
burg heeft verlaten en door het kanaal van
Welzinge op weg is naar zee.
Het is schijnbaar te groot om reeds in
het kanaal onder zeil te gaan. Door 4
paarden getrokken is het onderweg naar
het Vlakke, de rede bij Rammekens.
Hier moesten de zeilschepen vaak wach
ten op een gunstige wind en het wemelde
er vroeger dan ook van schepen die beter
weer afwachtten om uit te varen.
Ouderen onder ons zullen zich zeker de
tijd nog herinneren dat de Engelse zeilbarges
op de red# van Rammekens voor anker
kwamen tot ..het weerglas" beter ging staan.
Nadien zijn de tijden snel veranderd; de
zeilen verdwenen en rookpluimen versche
nen aan de horizon.
In een van de vorige nummers hebben we
de lezers gevraagd om reakties met be
trekking tot het in werking treden van het
Bijzonder reglement Veerse meer.
Deze reacties zijn er weinig geweest,
waaruit wij moeten concluderen, dat er nog
niet zulke grote bezwaren aan deze veror
dening kleven.
Wij moeten wel constateren, dat het aan
tal werkelijk snelle motorboten nog betrek
kelijk gering is in verhouding met andere
watersportgebieden.
Ook het stoomschip heeft inmiddels zijn
tijd weer al gehad en motorschepen deden
hun intrede.
Hoe lang zullen zij het volhouden tegen het
atoomschip?
Of zal het transoceanische vliegtuig de
taak van het schip geheel overnemen en
zal het mettertijd op zee stil worden?
Het zeilschip hield het in al zijn verschij
ningsvormen eeuwenlang vol.
Het verdient reeds daarom een blijvende
plaats in het hart van iedere rechtgeaarde
waterkanter.
J. van den Broecke.
Nog kunnen wij hier op het Veerse meer
niet van een probleem spreken. Dat is ech
ter in Loosdrecht anders. Hier blijkt het,
dat zakelijke en recreatieve belangen met
elkander in botsing komen. Het Piassen-
schap Loosdrecht is. evenals de recreatie
gemeenschap „Het Veerse Heer" mogelijk
geworden door de wet gemeenschappelijke
regelingen. Het bezit verordenende bevoegd
heden.
Op grond van deze bevoegdheden is ver
ordend. dat niet ongelimiteerd met snelle
motorboten mag worden gevaren. Het varen
met een snelle motorboot, welke sneller dan
16 km per uur kan varen, is aan een ver
gunning gebonden. Er worden 600 jaarver
gunningen afgegeven, terwijl daarnaast nog
iedere dag nog 60 dagvergunningen mogen
worden afgegeven. Bij deze laatsten is het
Wie het eerst komt. het eerst maalt.
Op een gedeelte van de derde, de gehele
vierde en de vijfde plas mag met de week
ends wel sneller dan 16 km per uur worden
gevaren.
16