TIJDSINDELING IN UREN PER JA AR fig. 2 1870 1969 2000 1870 1969 2000 1870 1969 2000 5000 -» 4000 - 3000 - 2000 - 1000 - 0 slapen Zo kan men ook de Middeleeuwen van een stempel voorzien, de Gouden Eeuw, etc. Men kan zich ook tot het heden beperken en de eigen tijd of het eigen gebied gaan ..bestempelen". Wanneer men in dit verband spreekt over Drente dan denkt men onder meer aan natuurschoon, aan heidegebieden, misschien ook aan Emmen. Bij Friesland zal dit het stamboekvee zijn. de watersportge bieden, etc. bij Limburgetc. En Zeeland? Als men zegt Zeeland dan denkt men waarschijnlijk aan water, aan uitgestrekte zee-armen, aan recreatiegebie den, het strand en de duinen. Het Zeeland van thans is echter meer dan dat. Het is een gebied waar het goed wonen, werken en recreëren is. Dit artikel wil iets vertellen van dat Zeeland, zoals het nu is en zoals het mogelijk in de toekomst, daarbij den kend aan het magische jaar met drie nullen, zal kunnen zijn. Zeeland verandert. Gezien de situatie waarin deze veranderingen zich afspelen, misschien meer dan welke andere provincie in Nederland ook. Dit is geen loze kreet berustend op ongemotiveerde beweringen. Het is een zaak die met feiten is aan te tonen en geldt zowel met betrekking tot de ontwikkeling van de industrie en het inwonertal, als tot die van de recreatie. In het navolgende zal op elk van deze 3 zaken kort worden ingegaan. WERKEN EN WONEN. Wanneer men de bevolkingsontwikkeling van Zeeland gedurende de afgelopen decen nia beziet dan blijkt dat Zeeland een pro vincie is, waar, behoudens de laatste 3 jaar, het inwonertal slechts langzaam in grootte is toegenomen. Er was voortdurend een ver- trekoverschot. Als gevolg van verschillende factoren, zoals bijv.: de gunstige verkeersgeografische ligging, de noodzaak voor een bepaald soort in dustrieën grote hoeveelheden grondstoffen gemakkelijk aangevoerd te krijgen, de aanwezigheid van grote oppervlakten industrieterrein, vestigden zich recentelijk langs de Wester- schelde een aantal bedrijven die. zelfs indien werken zij hun zetel zouden hebben gehad in de Europoort, aldaar tot de allergrootsten zou den hebben behoord. Onder invloed van deze industrievestiging veranderde het vertrek- overschot in een vestigingsoverschot: er ves tigden zich meer mensen in Zeeland dan er uit wegtrokken. Hoe nu de ontwikkeling van deze pro vincie in de komende decennia zal zijn is niet exact te voorspellen, omdat een groot aantal, veelal moeilijk te bepalen factoren van invloed is op deze ontwikkeling. Men kan slechts trachten in globale lijnen iets van deze ontwikkeling te zeggen. Dit laatste is onder meer gebeurd in een rap port uitgebracht door het Overlegorgaan Zeehavenontwikkeling Zuidwest Nederland: „Verkenning van enkele aspecten van de ontwikkelingsmogelijkheden in het Deltage bied". (het zgn. „groene boekje"). Dit over legorgaan wordt gevormd door de provin ciale besturen van Zuid-Holland, Noord-Bra bant en Zeeland, alsmede door de gemeente Rotterdam en het openbaar lichaam Rijn mond. De conclusie van het rapport is onder meer, dat er in de Gouden Delta tot het jaar 2000 een behoefte zal bestaan aan zeehavenindustrieterrein, van ong. 30.000 ha Indien men er van uit gaat dat ook het land van Saeftinge een industriële bestem ming zou krijgen, dan betekent dit dat van de oppervlakte grond die er de eerstkomende 30 jaar tussen Rotterdam en de Belgische grens nodig is om aan de behoefte van zee havenindustrieën te voldoen tenminste 70%. d.i. ca 20.000 ha, zal worden gerealiseerd in de provincie Zeeland. Een belangrijk ge geven daarbij is dat van deze enorme op pervlakte ongeveer 8.000 ha zal kunnen worden gevonden op buitendijkse gronden, gronden die derhalve niet aan hun landbouw kundige bestemming behoeven te worden onttrokken. Het is duidelijk dat een dergelijke uit breiding van de industriële werkgelegenheid ook van invloed zal zijn op de toeneming van het inwonertal, meer nog, slechts zal kunnen plaats vinden indien de daarvoor benodigde arbeidsplaatsen aanwezig zijn. Geraamd wordt dat de bevolkingsgrootte vrije tijd van Zeeland rond het jaar 2000 ongeveer 600.000 zal kunnen bedragen. Ten opzichte van 1969 (300.000 inwoners) houdt dit een verdubbeling in van het inwonertal. In lan delijk verband gezien is een uitbreiding met 300.000 personen niet van zo heel grote betekenis. Voor Zeeland betekent het echter een aanzienlijke vergroting. Een vraag die bij de beschouwing van dit cijfer naar voren komt is: „Waar komen nu die woon- en werkgebieden, waar worden zij gesitueerd?" Voor de industriegebieden is deze vraag niet zo moeilijk te beant woorden. Dat zal namelijk in hoofdzaak zijn langs of nabij de oevers van de Wester- schelde. Voor het wonen is het veel lastiger, temeer daar de persoonlijke en bestuurlijke opvattingen over het wonen over dertig jaar geheel anders kunnen zijn dan thans. Het is echter wel te verwachten dat in de stedelijke gebieden (Middelburg, Vlissingen, Terneu- zen en Goes) een belangrijk gedeelte van de Zeeuwse bevolking zal gaan wonen. Onderstaande tabel en figuur 1 geven een indruk van de groei welke er dienaan gaande sinds 1900 plaatsvond, alsmede van de ontwikkeling zoals deze tot het jaar 2000 zal kunnen zijn. Aandeel van de bevolking van Zeeland wo nend in stedelijke gebieden. (in van het totaal). Jaar in sted. gebieden 1900 27.8 1920 28.2 1939 30.0 1969 36.5 1985 42.0 2000 45.0 RECREATIE. Het aantal slaapplaatsen in hotels, pen sions, zomerwoningen, op kampeerterreinen, etc. bedroeg in 1962 in de kuststrook van Zeeland en het Veerse meer ca 57.000, in 1968 ongeveer 122.000. Dit betekent een uitbreiding met gemiddeld meer dan 10.000 slaapplaatsen per jaar. Een vraag die men zich stelt wanneer men deze cijfers ziet is: „Hoe zal het in de komende jaren gaan met de vrijetijdsbeste ding, welke veranderingen mag men hier verwachten?" Uiteraard is het moeilijk deze vraag te 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1969 | | pagina 22