Verbetering van de bevaarbaarheid.
Ten behoeve van de verbreding van rijks
weg 58 was een enorme hoeveelheid zand
nodig. De firma Blok, die dit werk uitvoert,
haalt dit zand uit het Veerse meer. Door
de rijkswaterstaat is hiervoor een plaats
aangewezen nabij de Piet. Het zand wordt
gewonnen tot op een diepte van 6 meter.
In oktober zal het werk gereed zijn. Dan
is de smalle vaargeul welke aan de oost
kant van de Goudplaat dicht onder de wal
loopt, aanmerkelijk breder geworden.
Noordoostelijk van de lijn, getrokken tus
sen de lichtboei VM 46 en rode ton VM 38,
is straks geheel diep water. Op het breed
ste deel straks zelfs 300 meter meer.
Het is natuurlijk in de allereerste plaats
voor de beroepsvaart dat hier het vaar
water wordt verruimd, maar ook de recreatie
vaart kan hiervan profiteren.
Caissons in het Veerse meer.
Reeds geruime tijd liggen er in het Veerse
meer. ongeveer ter hoogte van Vrouwen
polder, bij de tonnen 59 en 61 een aantal
caissons. Eerst waren het een aantal klei
nere. nu zijn daar nog twee culvert of schuif-
caissons bijgekomen.
Bij navraag bleek dat deze plaats als op
slagplaats gekozen is voor de caissons, die
daar wachten tot ze worden ingezet bij de
afsluiting van de Deltadammen. Het zou de
enige plaats zijn, zo zegt men bij rijkswater
staat. waar men de caissons tijdelijk kon
neerzetten. Dit vertelde men de burgemees
ter van Veere op zijn verzoek om deze be-
tonkolossen ergens anders neer te zetten.
Dit deelde men ook ons mede, toen wij
hierover, naar aanleiding van vele vragen,
bij rijkswaterstaat informeerden.
Eén van de mooiste vergezichten aan het
Veerse meer is vanaf de Veerse Gatdam
naar het zuid-oosten met het siihouet van
Veere op de achtergrond. Begrijpelijk, zou
men zeggen, dat gevraagd wordt om die
foeilelijke betonnen blokken, de laatste nog
met een staalconstructie er bovenop, er
gens anders een plaatsje te geven. En voor
dat wij nu misverstaan worden willen we
eerst nog wel eens zeggen hoe knap wij het
vinden dat de waterstaatdeskundigen met
behulp van deze betonnen bakken onze zee
gaten weten af te sluiten. Als de rugge
streng van een nieuwe dam vinden we ze
prachtig. Maar daar midden in het meer: nee.
Wat ons bij de weigering om deze blokken
ergens anders te poten echter het meest
opviel, was dat men zich niet kon voor
stellen. dat een burger de schoonheid er
van niet inzag. De kern van het betoog
kwam er op neer, dat men zelfs dankbaar
moest zijn, dat die blokken daar lagen. Je
gaat dan wel aan jezelf twijfelen; de moge
lijkheid bestaat toen. dat de massa deze
kolossen op die plaats mooi vindt, zoals
kennelijk waterstaatsmensen ze mooi vinden.
We hebben er eens een onderzoekje naar
ingesteld, zo maar heel gewoontjes, vele
mensen gevraagd wat ze er van vonden. We
zijn er niet alleen geen tegen gekomen,
die ze kon waarderen, nee allen vonden het
volkomen misplaatst, dat op dit punt deze
bakken het vergezicht bederven.
We zijn er altijd wel van overtuigd ge
weest, dat de mensen van rijkswaterstaat
het wel wistenals het op waterbouw
aankomt. Maar dat ze ook de schoonheid
van het landschap op de juiste waarde weten
te schattennee dat geloven we niet
(meer).
Nog eens: Een betere benadering van de
toekomstige recreatieve ontwikkeling.
In opdracht van de vereniging contact
Noordzeekustgemeenten, waarin alle kust-
gemeenten zijn verenigd, is een nota samen
gesteld door de vereniging van Nederlandse
gemeenten. De nota heeft als onderwerp
,,De Nederlandse kust als recreatiegebied."
Ook hier weer een kreet om meer onderzoek
en planning op rijks- en provinciaal niveau.
Wij citeren een gedeelte uit het rapport.
,,Wat weten we van het heden?"
„Om de toekomstige ontwikkelingsmogelijk
heden te leren kennen, moeten we het heden,
waarin de toekomst in al haar facetten be
sloten ligt. waaruit de toekomst zich zal
ontplooien kennen.
Van de kustrecreatie weten we nog maar
weinig. Slechts één maal gedurende een dag
in 1962 is aan de kust van beide Hollanden
een systematisch onderzoek naar de om
vang en samenstelling van het bezoek inge
steld. Aan de Zeeuwse kust is op een ander
tijdstip in dat jaar een soortgelijk onderzoek
gehouden, dat echter aanmerkelijk minder
gedetailleerd is. Over het recreatieve gedrag
op zondag verschaft eigenlijk alleen de nota
.Mensen op zondag" uit 1966 ons enig
houvast van betekenis, enkele goede klei
nere studies niet te na gesproken."
Uit de feiten van het heden valt ook
zonder studie op te maken, dat bij toene
mende vrije tijd, welvaart en autobezit
enerzijds en een toenemend bevolkingstal
anderzijds een uiterste krachtsinspanning
gevergd zal worden om de recreatiezoe-
kende mens aan goede recreatiemogelijk
heden te helpen. Maar juist omdat de mo
gelijkheden zo beperkt zijn. moet systema
tisch studie over een breed veld beter
inzicht verschaffen in het recreatieve ge
drag. het behoeftepatroon en mogelijke
alternatieven, om deze beperkte mogelijk
heden maximaal en voor een zo verscheiden
mogelijk publiek uit te buiten.
Traiierbootjesheüingen.
Er zijn zo hier en daar voornamelijk
in de jachthavens wel mogelijkheden om
boten te water te laten.
Het aantal boten, dat met een trailer
achter de auto naar het Veerse meer komt.
wordt hoe langer hoe groter. Hiervoor zijn
geen zware gieken of kranen nodig en ook
geen hellingen met een lier. Voor de mid-
zwaardbootjes is een eenvoudige helling
waarover het scheepje te water kan worden
geschoven, voldoende. Niet alleen voor de
jachtbezitters bestaat hieraan behoefte, ook
het steeds groter wordend aantal sport
vissers dat van een boot gebruik maakt,
zal het toejuichen wanneer er meer van dit
soort hellinkjes komen.
Het ligt in de bedoeling om hier en daar
aan het Veerse meer een aantal van deze
heilinkjes te bouwen. Men is er echter niet
met het maken hiervan; er zal ook een toe
gangsweg moeten komen, terwijl er ook
parkeermogelijkheid moet zijn voor de auto
en de trailer.
Dergelijke projecten zijn subsidiabel en
er zal dan ook aan het ministerie van cul
tuur, recreatie en maatschappelijk werk
worden gevraagd om een subsidie voor dit
project.
Sportvissershayen.
Er is in beginsel bereidheid bij de Dienst
der Domeinen om een gedeelte van de land-
bouwhaven De Piet in beheer te geven
aan de recreatiegemeenschap ,,Het Veerse
Meer". Dit lichaam wil hierin liggelegenheid
voor een aantal sportvissersbootjes maken
om daarna dit havengedeelte te verpachten
aan een organisatie van sportvissers.
Een plan voor deze liggelegenheid is reeds
gemaakt, er is een kostenbegroting en ver
wacht mag worden, dat CRM in belangrijke
mate het plan zal subsidiëren.
Jachthaven „Oranjeplaat" Arnemuiden.
Hoewel de jachthaven van Arnemuiden
nog niet helemaal klaar is. liggen de eerste
schepen er al in. Ga de zaak eens ver
kennen en vaar de haven eens binnen. De
havenmeester zal u graag inlichtingen geven.
Dagcamping „De Piet".
Hoe langer hoe meer mensen weten de
weg naar de grote speel- en ligweide aan
de Piet te vinden. Vooral op de prachtige
zomerdagen die achter ons liggen was het
er druk. Maar dan wel plezierig druk.
Er is eind juli en begin augustus van dit
jaar een enquête gehouden onder de be
zoekers van dit dagrecreatieterrein. De be
doeling was om eens te horen wat de ge
bruikers van dit terrein er van vonden en
eens te beluisteren welke wensen er nog
zijn om de aantrekkelijkheid van het terrein
te vergroten. Niet alleen voor dit terrein is
het belangrijk dit te weten, maar ook voor
de ontwikkeling van de oeverrecreatie op
andere plaatsen aan het Veerse meer is
het belangrijk over verschillende gegevens
te beschikken.
Zo komt o.a. binnen afzienbare tijd het
grote terrein op de Schotsman aan de beurt
om ontsloten te worden. Dit terrein is vele
malen groter dan aan de Piet. Een groot
boscomplex vormt hier wel de ruggegraat.
Over de resultaten van de aan de Piet
gehouden enquête hopen we in een volgend
nummer van de Veerse Meer Gids een en
ander te vertellen.
Ruitersport.
We hebben er al eens eerder de aan
dacht op gevestigd, dat de ruitersport in
ons land sterk toeneemt. Ook op Walcheren
en Noord-Beveland wordt deze sport hoe
langer hoe meer beoefend. Deze ontwikke
ling wordt echter nog wel afgeremd door het
ontbreken van ruiterpaden.
Zo hier en daar is er wel een stukje
ruiterpad, maar een echte ruiterroute is nog
niet uit te zetten. Er zal bij de ontwikkeling
van het Veersemeer-gebied dan ook meer
moeten worden gedacht aan het maken van
voorzieningen voor deze vorm van recreatie.
Dure voorzieningen behoeven dit niet te zijn,
als de „ruimte" er maar is.
Een belangrijke schakel ook voor de
ruitersport is de Veersegatdam. Wij willen
de plannenmakers voor de verbreding van de
Veersegatdam vragen de „ruimte" voor een
ruiterpad in hun plannen op te nemen. Het
mooie gebied rond Vrouwenpolder zal dan
een verbinding hebben met de vele mogelijk
heden biedende Schotsman.
12