HHaUk,
*0
Binnen 7 jaar verdubbeling
Snelle groei van de gehele nationale
recreatie-vloot
an onze
lezeró
De broedvogels van de
in het Veerse Meer
natuurreservaten
Volgens recente tellingen varen er in Ne
derland ruim 75.000 zeil- en motorjachten.
Een juiste begroting van het aantal vis-
bootjes en visboten is helaas niet bekend.
Ingewijden verzekeren, dat er thans jaarlijks
meer visbootjes en roeiboten dan zeil
en motorjachten worden verkocht. Tegen
over een jaarlijkse groei van 10 procent
in de zuivere watersportvloot, zou een groei
van minstens 15 procent van de sportvis-
boten staan.
Er zijn echter duidelijke aanwijzingen,
dat ook de groei van zeil- en motorjachten
de komende jaren beslist boven de 10 pro
cent per jaar zal gaan. En dit betekent,
dat in 6 tot 7 jaar de totale watersport-
vloot verdubbeld zal zijn. Per hoofd van de
bevolking varen er in Amerika liefst vijf
maal zoveel boten als in Nederland. Alles
blijkt een kwestie van welvaartsstijging te
zijn.
Ongetwijfeld zal de ontsluiting van Gre-
velingen en Haringvliet en andere wateren
in de komende vijf jaren een grote rol gaan
spelen in de groei van de recreatievloot.
Ook de snelle groei van de vloot in het
Veerse meer is een voorbode voor een
sterke versnelling in de watersport- en
hengelsportrecreatie.
Ruim 70 procent van alle buitenboord
motoren in Amerika wordt uitsluitend dan
wel regelmatig voor sportvissen gebruikt.
Dit betekent, dat zeker 70 procent van alle
varende yanks zo nu en dan een hengeltje
pleegt uit te gooien. In Nederland is het
zover nog niet. Steeds meer blijkt overigens,
dat vele zeilers en motorbootvaarders in
verloren uurtjes wat vissen.
De uitzetting van forel op het Veerse
meer en binnenkort op de gesloten Greve-
lingen zal een extra stimulans zijn voor de
sportvisserij. Van groot belang is trouwens
ook de bouw van ligplaatsaccommodatie aan
de nieuwe deltawateren. Terzelfdertijd komt
ook de Biesbosch vrij. Het uitbannen van
eb en vloed zal een ware doorbraak bete
kenen, omdat veel meer mensen dan tot nog
toe aan de poorten van dit watersport
paradijs zullen aankloppen.
In Zeeland en West-Brabant (denk ook
aan Willemstad) gaan diverse poorten naar
een nieuwe watersportwereld open. Dit kan
ook een zekere ontlasting brengen voor
overbevolkte meren en plassen in de rand
stad Holland.
Een raming van het aantal visboten is
moeilijk te maken, maar men kan veilig aan
nemen. dat er vandaag de dag 50.000 vis
bootjes met buitenboordmotor varen. De
huis-, tuin- en keuken-roeiboten dus niet
eens meegerekend.
Wie de groei van het aantal hengelaars
in Nederland tot 1980 op een stijging tot
1 miljoen berekent en weet, dat er regel
matig enkele honderdduizenden Belgen in
Nederland komen vissen, kan een globale
vlootraming opstellen. In 1975 varen er
zeker 150.000 zeil- en motorboten in Ne
derland. In dat jaar mag op eenzelfde aan
tal visbootjes gerekend worden. Misschien
wat minder, maar de roeiende hengelaars
inbegrepen, zullen er dan zeker 300.000
zeilers, motorbootvaarders en vissers het
ruime binnenwatersop kiezen. In 1969 wer
den ongeveer 25.000 tot 30.000 buitenboord
motoren in Nederland verkocht.
De nieuwe ruimte op het water van de
delta in West-Brabant, Zeeland en Zuid-
Holland. de afgesloten Lauwerszee, de Wad
denzee en de nieuwe randmeren (van het
ingedijkte IJsselmeer). zijn dus bijzonder
welkom. Ondanks de ontsluiting van enkele
honderdduizenden hectaren water; vaak ruw
open water, wordt het toch zaak meer vei
ligheidsmaatregelen op het water te gaan
nemen.
Alle takken van watersport zullen elkaar
moeten vinden om de beschikbare ruimte,
eerlijk en rechtvaardig te verdelen en reke
ning met elkanders belangen te houden.
Vandaag de dag liggen in vele Zeeuwse
jachthavens sportvisboten. Geen enkel be
zwaar tegen. Maar we kunnen ons indenken,
dat een ploeg boothengelaars, die voor dag
en dauw het water op trekt om de vis
te verschalken, een tiental slapende water-
sportgezinnnen in de roef van hun motor
boten. wakker kan rammelen. Bij voorkeur
dus aparte sportvissershavens.
De zeilers en motorbootenthousiasten zul
len moeten begrijpen, dat een boothengelaar
met werphengels zijn aas en lijn op vele
tientallen meters (soms zelfs 50 meter)
van zijn bootje heeft liggen. Een scherp
zeilende watersporter loopt dus de kans
een stuk werplood naar zijn hoofd te krij
gen als hij de vislijnen kapot vaart. Op het
Veerse meer klagen vooral de sportvissers,
die meestal buiten het vaarwater (dus bin
nen de boompjes van de 1.50 meterlijn)
liggen, steen en been. Toch is het zaak
elkaar voor 1975, laat staan 1980 te vinden.
Tegen die tijd varen er wellicht een half
miljoen bootjes van alle rang en stand op
het vaderlandse binnenwater. Vandaar deze
noodkreet.
C. van Heugten Eindhoven.
BAAT HET NIET, SCHADEN DOET HET WEL
Aan onze hedendaagse nieuwsmedia mag
geenszins een geringe betekenis worden toe
gekend. Integendeel, zij kunnen uit onze mo
derne samenleving niet meer worden weg
gedacht. al was het alleen al vanwege hun
begeleidende maatschappelijke functie. Wan
neer men dit voor ogen houdt lijkt het voor
de hand te liggen, dat zij, die een interview
toestaan, zich tegelijkertijd bewust zijn van
de uitwerking, die hun woorden kunnen heb
ben.
In het licht hiervan hebben wij gemeend
goed te doen eens te releveren wat er van
VVV-zijde is gezegd met betrekking tot het
lopende toeristenseizoen, voor zover althans
te lezen in het merendeel van de in deze
provincie verschijnende dagbladen.
Januari 1969: ,,Het aantal reserveringen
in de sector zomerwoningen en bungalows
voor het vakantiehoogseizoen is opvallend
groot. Het ziet er naar uit, dat Zeeland
een commercieel uitstekend vakantieseizoen
tegemoet gaat."
Februari 1969. ,,ln de hotelsector ziet
men over het algemeen ook wel perspectief
in de komende zomer. Juni geeft ook nu al
een interessante bezetting te zien."
Het zijn slechts enkele zinsneden uit ar
tikelen, die alle goeds voorspelden voor het
toeristenseizoen 1969.
Edoch, medio juli 1969: ..De junimaand
is voor de hotelbedrijven is Zeeland niet
meegevallen. Dit in tegenstelling tot juni
van vorige jaren, waar enthousiast over ge
roepen is. Was juni dus ronduit een tegen
valler voor de Zeeuwse hotelbedrijven, ook
juli zette niet al te spontaan in."
Begin augustus 1969: ,,Nee, juni en begin
juli zijn zo slecht geweest, dat de terugslag
niet meer goed gemaakt kan worden. Ie
mand, die nu bij de VVV komt, hoeft niet
bang te zijn, dat hij geen bed krijgt."
De vraag dringt zich op, welke gegevens
ten grondslag hebben gelegen aan de op
timistische voorspellingen van januari en
februari. Het vorenstaande overziende is
men bijna geneigd te concluderen, dat er
,,ins blaue hinein" gesproken is. Dit nu lijkt
ons vooral door VVV-mensen een be
denkelijke zaak. Hebben zij immers niet de
taak Zeeland te „verkopen"? Wij kunnen
ons onder de huidige omstandigheden even
wel niet aan de indruk onttrekken, dat men
meer schade berokkent dan de zaak van de
recreatie dient.
Wij vertrouwen, dat wij de VVV-voorspel-
lingen in het vervolg weer au sérieux zullen
kunnen nemen.
L. J. L. Hendrikse Middelburg.
Het is aan de bezoekers van het Veerse
meer en de lezers van de Veerse Meer Gids
voldoende bekend dat twee gedeelten van
de oevers van het Veerse meer, gelegen
binnen de voormalige zeedijken, aangewezen
zijn om als natuurreservaat te worden be
heerd. Langs de zuidoever zijn dit de Mid
delplaten en het zuidelijk daarvan gelegen
vasteland en op de noordoever is dit de
punt van de Goudplaat.
16