SP« RT VISSI
Glasaal uitzetting
op het Veerse Meer
E
Principe-besluit O.V.B.:
Subsidie voor sportvishavens
JL
Het afgelopen jaar zijn de palingvangsten
op het Veerse meer wat teruggelopen. En
kele beroepsvissers klagen, dat hun omzet
ten met 25 tot 30 percent zijn gedaald. Ook
de sportvissers hebben de dalende aalstand
aan den lijve ondervonden. Visserij-deskun
digen stellen, dat dalende palingvangsten
vooral een gevolg zijn van de slechte trek
van glasaal in de afgelopen jaren. Door extra
uitzetting van glasaal door sportvissers en
broodvissers hoopt men op korte termijn de
rijke voedsel-situatie op het meer weer ten
volle te kunnen benutten.
In hengelsport-kringen wordt de betrokken
onderzoek-instanties het verwijt gemaakt,
dat ze de aalstand de laatste jaren onvol
doende in hun wetenschappelijk onderzoek
hebben betrokken. De intrek van glasaal in
de laatste zes jaar is slechts enkele malen
gecontroleerd. Van stelselmatig onderzoek,
dat maatgevend voor het beheer van dit
water zou kunnen zijn, is dus geen sprake
geweest.
Het Veerse meer is jarenlang één van de
rijkste palingwateren van Nederland ge
weest. Wat de groeisnelheid van de aal
betreft, is er nog geen water te vinden, dat
zo'n gunstig milieu oplevert. De voedseltoe
stand van het water, dat ook de rust van
een fuikenvisserij (geen rammelende kuilnet-
ten) kent, is werkelijk ideaal.
In sportvisserskringen is het Veerse meer
algemeen bekend om de goede palingvang
sten, die sinds vorig jaar prachtig gecombi
neerd kunnen worden met de forelvisserij.
Ook de zes beroepsvissers op het meer
hebben er altijd een dikke boterham gehad.
Uit de vangstgegevens van de beroepsvis
sers blijkt plotseling, dat de vangsten met
zeker een derde zijn teruggelopen. Vooral
de vangst van de schieraal in het najaar bij
de sluizen is zwaar tegengevallen. Er zat
de laatste twee jaar trouwens toch al een
dalende tendenz in de fuiken.
Ook de sportvissers kunnen getuigen hoe
het de laatste jaren geleidelijk minder werd
met de palingvisserij.
Ook uit de leefnetten bleek duidelijk, dat
het aantal kleine aaltjes dat gevangen werd.
steeds kleiner werd. Aan de vangsten was
te zien. dat er onvoldoende intrek van glas
aal moest zijn.
De biologen zeggen dit ook te vermoeden,
omdat ook aan de sluizen bij Den Oever
de laatste jaren slechte glasaal-intrek van
uit zee gemeten werd. Maar speciale con
trole op de intrek bij Kats is op een enkele
uitzondering na niet gebeurd.
Men heeft dus geen goed inzicht in de
bevolking van deze jonge vis. Al vijf jaar
geleden werd er van de zijde van de sport
vissers om extra uitzetting van glasaal ge
vraagd. Men zei toen erg bang te zijn voor
een overbevolking, die de groeisnelheid van
de aal zou aantasten.
Ingewijden op het Veerse meer geloven
niet. dat een flinke partij extra glasaal
enige schade had kunnen doen. Integendeel.
Dit Deltameer moet als een super vette
voedselweide worden beschouwd, waarin
veel te weinig koeien lopen, die het gras niet
bijgevreten kunnen krijgen.
Door geen glasaal extra uit te zetten heeft
men doodeenvoudig over een reeks van jaren
de economische en recreatieve mogelijkhe
den van het Veerse meer onvoldoende benut.
Dat is een ernstig verwijt aan de betrokken
instanties, die stuk voor stuk op dit water
pionieren. Het lijkt ons een bewijs temeer,
dat er een goede taakverdeling en beter
onderling samenspel van alle betrokken dien
sten moet zijn.
Over drie tot vier jaar is de glasaal. die
dit voorjaar in het Veerse meer wordt gekie
perd weer ..braadpanrijp". De aal op dit
vruchtbare Deltawater bereikt in vier jaar
Het Bestuur van de Organisatie Verbe
tering Binnenvisserij heeft in principe be
sloten medewerking te verlenen bij de aanleg
van sportvishavens en aanlegplaatsen voor
sportvisbootjes; voor zover dit het algemeen
belang van de hengelsport ten goede komt.
Bestuur en directie van de O.V.B. denken
met name aan mogelijkheden om bijdragen
te verlenen in de voorbereidingskosten en
het maken van schetsontwerpen voor deze
uitvalsbases van de sportvisserij.
Afhankelijk van de exploitatievorm wordt
ook gedacht aan mogelijkheden om gelden
tegen lage rentevoet beschikbaar te stellen
om dergelijke exploitaties ten algemenen re
creatie-nutte mogelijk te maken. In principe
zal de steun van de O.V.B. zich beperken
tot het binnenwater of die gedeelten van de
zoute Delta, die zeer binnenkort door afslui
ting van de zeegaten tot binnenwater worden
verklaard. Het O.V.B.-bestuur is bereid de
nodige initiatieven, die op dit gebied ge
nomen worden voor het verstrekken van de
nodige subsidies, in studie te nemen.
Dit principe-besluit van de O.V.B. is goed
nieuws voor vele hengelaars, die overal in
Nederland om goede ligplaatsen voor vis-
bootjes schreeuwen. In vele gevallen hebben
zij geen kans om in dure jachthavens te ko
men. En dat terwijl er toch jaarlijks al meer
visboten gekocht worden dan jachten en mo
torboten.
Zoals onlangs bekend werd, heeft ook het
ministerie van cultuur, recreatie en maat
schappelijk werk de subsidiëring van de
bouw van bootaanlegplaatsen voor sport
vissers in studie. Ook op C.R.M. is men van
het grote sociaal-recreatieve belang van
de sportvishaventjes" overtuigd. Temeer,
omdat deze aanlegplaatsen vaak ook centra
voor zelfwerkzame knutselaars zijn. die in
clubverband of federatieverband tegen zo
laag mogelijke prijzen deze zaken willen ex
ploiteren.
een gewicht en kwaliteit, die op vele andere
wateren pas binnen 6 tot 7 jaar jaar bereikt
wordt. Het Veerse meer behoort tot de
vruchtbaarste wateren van Nederland voor
deze vis.
In ons oog is het meer altijd een nationale
palingmesterij geweest, die een veel hogere
aal-bezetting zou kunnen verdragen. De des
kundigen zeggen alleen niet precies te we
ten waar de grens in de dichtheid van de
aalbevolking moet of kan liggen. Welnu, dat
zal de sportvissers een zorg zijn. Ze menen
dat er voorlopig nog alle ruimte was om
extra glasaal uit te zetten. Een voorzich
tige bijsturing met extra glasaal zou beslist
geen ramp hebben veroorzaakt omdat men
aan de hand van groeisnelheden beslist de
zaak op de voet had kunnen volgen.
Het duurt nu weer vier jaar voor de glas
aal, die er dit voorjaar op kosten van beroep
en sport ingaat, tot volle wasdom is geko
men. Er is wel ge-oogst, maar niet gezaaid
op het Veerse meerEn dat is vooral
een belang van de beroepsvissers, die ook
het aantal fuiken en de omvang van deze
vistuigen, belangrijk hebben uitgebreid.
Ongetwijfeld speelt ook de toenemende
hengeldruk en de zeer zware fuikenbezetting
van het meer een rol in de achteruitgang
van de palingstand.
Zouden er niet te veel fuiken staan met
enorme onderwatervleugels?
De ideale sportvishaven wordt gezien als
een uitvalsbasis voor hengelaars naar vele
stekken op het water, waardoor ook de wal
kant wordt ontlast. Rond de sportvishavens
zijn kleine opslagplaatsen en stukjes wei
land met boottrailerhellinkjes nodig om de
gelukkige bezitters van visbootjes de kans
te geven zelf aan hun drijvend bezit te wer
ken. In vele gevallen kunnen de lieden, die
gebruik maken van deze aanlegplaatsen, de
exploitatiekosten drukken door zelf een stuk
onderhoud van de vlonders en aanlegplaat
sen voor hun rekening te nemen.
Een hoofdambtenaar van het betrokken mi
nisterie. dr. Mellema, heeft al een uitvoerige
studie gemaakt van de subsidiemogelijk
heden in deze sector, die nu ook een steun
tje zal krijgen van de zijde van de O.V.B.
In vele gevallen zal in overleg met ge
meentebesturen en recreatieschappen een
plan voor de aanleg van dergelijke eenvou
dige sportvishavens kunnen worden opge
steld. Er liggen grote kansen in de Delta,
waar de komende jaren al een aantal oude
werkhavens van Rijkswaterstaat voor recrea
tiedoeleinden beschikbaar komen.
Naast het Veerse meer staat bijvoorbeeld
de ontsluiting van het Grevelingenbekken
en het Haringvliet voor de deur.
Het geslaagde experiment met de uit
zetting van forel zal ongetwijfeld ook op
de Grevelingen worden voortgezet. Een bij
komstig voordeel hiervan is, dat vele dui
zenden hengelaars, ook uit België en Duits
land, hengelbewijzen en kleine hengelakten
kopen, om op deze wateren deze unieke
sport te kunnen bedrijven.
Dit betekent, dat van de gelden, die de
O.V.B. in de experimentele uitzetting van de
forel gestoken heeft, voor een flink deel
weer terugkomt uit de groei van het aantal
nieuwe bijdragen ter verbetering van de vis
stand.
25