Industralisatie kent ook grenzen
„Een kleine stap voor een mens, maar
een geweldige sprong voor de mensheid".
De mens had zijn eerste schrede op de
maan gezet. De maanwandeling, climax van
een gigantische Apolloreis, zal een ere
plaats krijgen in de geschiedenis van de
Verenigde Staten. Een gouden bladzijde na
zovele zwarte. Het indertijd door de Ame
rikaanse regering genomen besluit om de
ruimtevaart te entameren heeft een gewel
dige sprong voor de mensheid tot gevolg
gehad.
Hoewel slechts weinig regeringsbeslis
singen een universele betekenis hebben,
zijn zij in beduidend meer gevallen zeker
van regionaal of nationaal belang. Op een
dergelijk niveau kunnen de consequenties
van dergelijke beslissingen zeer groot zijn.
Wij willen in dit verband een enkel moment
stilstaan bij de gevolgen van het besluit
van de Nederlandse regering anno 1959 om
een nieuw industrialisatiebeleid te gaan
voeren. In dit nieuwe beleid werd immers
ook onze provincie opgenomen via de aan
wijzing tot probleemgebied. Betekende deze
aanwijzing ook een sprong vooruit voor de
Zeeuwse bevolking?
Zeeland industrialiseert. Een groot woord,
dat door de één met groot gemak en door
de ander met grote moeite wordt gebruikt.
Het gemak is gebaseerd op de stelling, dat
industrieën arbeidsplaatsen scheppen, inko
mens verschaffen, het nationaal inkomen
vergroten en derhalve de welvaart vermeer
deren. Wij achten ons niet competent de
juistheid van deze redenering te bestrijden.
Veeleer zijn wij geneigd te erkennen, dat
de waarheid wordt gesproken.
Anderzijds kunnen wij evenwel veel begrip
opbrengen voor een meer genuanceerd stand
punt, wanneer het gaat om de beantwoor
ding van de vraag, of verdergaande indu
strialisatie juist voor onze provincie als een
gebiedende eis moet worden aangemerkt.
Zonder de ogen te sluiten voor de geo
grafische gesteldheid en de ligging van b.v.
het Westerscheldebekken, zijn er redenen
aanwezig desondanks voorzichtig te werk
te gaan. Tijdens de voorlichtingsmiddag on
der het motto „Zeeland en de chemie"
werd van de zijde van de industrie opge
merkt. dat bepaalde processen inderdaad
nadelen hebben, maar dat gekeken moet wor
den naar het geheel en naar het nut, dat
zij afwerpen. Anders gezegd: de nadelen
wegen niet op tegen de voordelen en dienen
derhalve voor lief te worden genomen.
De nadelen liggen voornamelijk op het
terrein van de milieu-hygiëne. Nemen we het
Sloegebied. Daar zijn thans reeds gevestigd
Hoechst Farbwerke AG (chemisch bedrijf).
Billiton M. T. (idem). Hercules Powder
(idem/Middelburg) en „Scheldepoort" (on-
derhouds- en reparatiewerf), terwijl enige
tijd geleden het Franse concern Péchiney
besloot een aluminiumfabriek in het Sloe te
bouwen, waarvoor dan weer de kernenergie
centrale bij Borssele nodig bleek.
Reeds nu moet worden geconstateerd,
dat door de uitstoot van SO->, fluor en roet
luchtverontreiniging optreedt, zij het, dat
de grens van het toelaatbare (nog) niet
?s overschreden. Welke gevolgen de alumi
niumfabriek zal hebben voor de waterver
ontreiniging is niet bekend. Vast staat echter
dat het Scheldewater niet ongemoeid zal
worden gelaten.
In dit verband rijst de klemmende vraag,
of het mogelijk zal zijn schone stranden te
houden. Deze vraag klemt te meer, aange
zien Zeeland tegelijkertijd wordt verkocht
als vakantieland. In de door het provinciaal
bestuur van Zeeland uitgebrachte ontwikke-
lingsschets 1967 staat met zoveel woorden
te lezen: „Verschillende factoren begunsti
gen in hoge mate de verdere ontwikkeling
van de recreatie in Zeeland:
- een grote lengte aan zeekust met prach
tige en zeer afwisselende stranden;
een grote oeverlengte langs stromen en
binnenwateren;
een enorme oppervlakte aan binnenwater
na de totstandkoming van het Deltaplan;
een grote mate van ruimte en rust. mede
dank zij de grote oppervlakten water;
een aantal spectaculaire waterbouwkun
dige werken, zoals de afsluitdammen en
de Zeelandbrug; een rijk bezit aan his
torische bouwwerken en cultuurmonu
menten tezamen met een aantrekkelijk
landschap.
Deze rijk geschakeerde recreatiemogelijk
heden kan Zeeland bieden aan grote, snel
groeiende stedelijke concentraties in de
omgeving van deze provincie".
In hoeverre wordt de slogan „Zeeland
Vakantieland" ontkracht door luchtverontrei
niging, watervervuiling, landschapsontsiering,
etc. als gevolg van de industrialisatie? Wan
neer is het punt bereikt, dat recreatie en
industrialisatie niet langer samengaan, zodat
er gekozen zal moeten worden?
6