Wind- en stormwaarschuwingsdienst Komend voorjaar: forel van 6 pond I in het Veerse meer Reeds eerder vestigden wij er de aandacht op, dat het luisteren naar de weerberichten aan boord van een jacht zeer belangrijk is. Wij hebben in Nederland, ook in de zomer, een nog al veranderlijk klimaat en het komt nog al eens voor dat men met mooi zeilweer de haven uit vaart en plotseling overvallen wordt door een bui. Deze buien geven dan meestal niet alleen regen, maar ook harde en stormachtige windvlagen. Op open water moet men aan boord van zijn jacht berekend zijn op deze snel veranderende situaties. Niet allen kunnen de tekenen van een komende weersverandering interpreteren. Maar er zijn regelmatig weerberichten, wel ke meermalen per dag door de radio wor den doorgegeven. Niet alleen geeft radio Scheveningen bekendmakingen van de wind en stormwaarschuwingsdienst, ook via de nieuwsuitzendingen van Hilversum I, II en III zijn deze berichten te beluisteren. We willen in het bijzonder de zeiler nog In juli en augustus zijn op het Veerse meer forellen van ruim 5 pond tot een lengte van 60 cm gevangen. Het zijn de grootgroeiers, die in 1968 zijn uitgezet en sindsdien aan de haakjes en spinners van de hengelaars zijn ontsnapt. Deze kanjers vormen een enorme attractie voor alle sportvissers. Het afgelopen jaar heeft de forel niet zo goed gebeten als in het eerste jaar van de uitzetting 1968. Dat heeft een aantal redenen. In de eerste plaats is het wel zeker, dat de ongelooflijk hoge watertempe raturen door de hittegolf in juni-juli, het zuurstofgehalte hebben doen dalen. Er zijn vele dagen geweest, dat het water van het Veerse meer tussen de 23 en 25 graden schommelde. De voorspelling dat de forel door zuurstofnood zou sterven, is gelukkig niet bewaarheid geworden. Een belangrijke uitkomst van het forel experiment is dus, dat de forel op dit water deze hoge watertemperaturen heeft kunnen verdragen. Voor een hete zomer behoeven we nu niet bang meer te zijn. Veel erger dan nu zullen we het in Zeeland nooit mee maken. En per slot: zo'n zomer komt er maar eens in de 10 jaren. In 1968 zijn 50.000 forellen uitgezet. In 1969 ruim 42.000. Dat betekent, dat na aftrek van alles wat gevangen of op andere manier verdwenen is. er op dit ogenblik beslist nog 20.000 tot 25.000 forellen in het meer zitten. En deze edele vissen heb ben gewichten van een pond tot drie kilo. Er zijn biologen, die de mindere bijtlust van de nieuw uitgezette forel van dat voor jaar 1969 verklaren met de theorie van eens dringend aanraden regelmatig naar deze berichten te luisteren. Ter verdere oriëntering plaatsen we hieronder nog een tabel van windkracht en windsnelheid. m. p. sec. km uur 0 weinig wind 0— 0.2 0— 1 1/2 zwak co cd co O 1— 11 3/4 matig 3.4— 7.9 12— 28 5 vrij krachtig 8.0—10.7 29— 38 6 krachtig 10.8—13.8 39— 49 7 hard 13.9—17.1 50— 61 8 stormachtig 17.2—20.7 62— 74 9 storm 20.8—24.4 75— 88 10 zware storm 24.5—28.4 89—102 11 z. zware st. 28.5—32.6 103—117 12 orkaan meer dan 32.6 boven 117 ,,de dressuur". Een vis die eenmaal gehaakt is of op andere manier met hengelaars te maken had, is wat wijzer en schuwer ge worden en bijt een volgende maal niet zo snel meer. Bij karper en snoek zijn daar al belangwekkende hengelproeven mee ge nomen. Nu is het zo, dat duizenden forellen op het nippertje aan de hengelaars ontsnapt zijn. Deze vissen zijn moeilijker te vangen. Ze moeten veel geraffineerder en sluwer met dunner nylon te lijf worden gegaan. Het blijkt echter ook, dat er ergens overdracht van kennis tussen vissen moet zijn. Zet je een tweede generatie vis uit; zoals dat op het Veerse meer met de forel ge beurd is, dan blijkt dat deze vis ondanks zijn onschuld toch moeilijker te vangen is dan de exemplaren die volkomen nieuw, dus zonder ervaren soortgenoten op dit water komen. Dit noemt men dressuur. Ook dit is een factor, dat de forel wat minder goed gebeten heeft. Er zijn in elk geval niet zo'n dolle vangsten gemaakt als vorig jaar. De oude forel heeft de nieuwe forel misschien „gewaarschuwd". De hoge watertemperaturen hebben voor een enorme plankton-ontwikkeling en ont wikkeling van jonge visjes gezorgd. In juli en augustus heeft de forel op jacht naar dit overvloedige voedsel (vooral kleine visjes) dus bijzonder hoog gezwommen en in elk geval minder op de bodem gezwommen en geaasd. Er is met visjes op de dobber, dus drij vend, mooie forel gevangen, die het met de worm op de grond wat minder goed deed. Wie alsmaar op de grond bleef vissen, heeft dus minder goed gevangen. Ook dat is een factor, die voor een aantal lieden de teleur stellende vangsten kan verklaren. De algemene verwachting is, dat deze forel volgend jaar en wellicht zelfs in deze tijd nog, weer beter gaat bijten. De ware deskundigen weten dat er wateren zijn. ook in het buitenland, waar uitgezette forel soms lange tijd geen teken van leven geeft en slecht bijt. En dan plotseling zijn ze er weer. En dat terwijl ze toch altijd op dat water gezeten hebben. Het is één van de wonderen der natuur. Wie al deze factoren bijeentelt zal begrijpen, dat het dit jaar geen overdreven vangsten zijn geweest. Toch hebben vele ervaren hengelaars hun portie vis beslist gevangen. Prima paling. Tijdens de grote hitteperiode is er op het Veerse meer wat dode paling aangetroffen. Dat had niets met zuurstofgebrek te maken. Deze paling stierf aan de roodziekte. een besmettelijke bacterieziekte, die wel meer onder paling voorkomt op dit soort zoute wateren. De kreek in Westkapelle heeft er bijvoorbeeld veel last van. Op het Veerse meer valt het wel mee. De oorzaak lag bij de hoge watertempera turen, die bevorderlijk zijn voor de ontwik keling van deze bacteriën. De kletspraat jes, dat de paling op het meer dood is, zijn gewoon belachelijk. Er is nog geen tiende procent, misschien zelfs geen hon derdste procent van alle aal op het meer om zeep gegaan. Opmerkelijk is trouwens, dat eind sep tember de platvis in het gebied van de sluizen van Kats weer is gaan bijten. Dat houdt verband met het verse water en betere zichtbaarheid van het hengelaasje. Volgend jaar komt er weer nieuwe forel op het meer. De mooie resultaten op het Veerse meer zijn oorzaak dat ook op de afgesloten Grevelingen volgend jaar forel zal worden uitgezet. Ook het Haringvliet gaat perspectieven bieden. Er is dus alle reden om lid te worden van de verenigingen, die bij de delta-fede raties zijn aangesloten. Het is de beste manier om zeer goedkoop overal aan het vissen te komen: van de Brabantse Maas tot en met de wateren bezuiden Rotterdam. Het Veerse meer wordt een waar hen- gelparadijs, omdat elk jaar weer grotere nog overgebleven forellen aan de haak ko men. De forel die u in de zomer van 1970 vangt, kan al 6 pond zwaar zijn. Om deze kanjers van rond de 65 cm in de boot of op de wal te krijgen, is er heel wat techniek en taktiek nodig. Nergens ter we reld groeit de forel in natuurlijk water zo snel als op dit meer. dat een unieke voed selsituatie heeft. Juist het verrassende element van de grote kanjer-forel belooft de komende jaren een attractie voor duizenden sportvissers te worden, die steeds meer met visboten zullen komen. Vandaar de behoefte aan lig- plaats-accomodatie en trailerhellingen om de bootjes te water te laten. C. van Heugten, Eindhoven. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1969 | | pagina 24