vormd door het kortsluiten van twee land inwaarts lopende kreken. Het was hier echter nog niet het formeren van een eiland door het opspuiten van specie. Dit nu gaat binnenkort wel gebeuren en wel met het eiland ..Arneplaat" dat zal komen te liggen tussen de punt van de Goudplaat en het Aardbeieneiland. Door de Deltadienst van de Rijkswater staat is een aantrekkelijk plan gemaakt voor dit eerste en kleinste kunstmatige eiland. Het wordt een eilandje van ongeveer 240 meter lang en 120 meter breed. Het krijgt een ovale vorm. Aan de oostkant komt aan- leggelegenheid voor jachten. Aan de west kant komt een spartelplasje voor de kin deren. Eén dezer dagen is het maken van dit werk door de Deltadienst aanbesteed. De laagste inschrijver aan wie het werk ook werd gegund is de firma Prins van Wijn gaarden. Het werk wordt voor 100% gesubsidieerd door het Ministerie van Cultuur. Recreatie en Maatschappelijk Werk. Eilanden II. Nog maar nauwelijks is er een begin ge maakt met de uitvoering van het eerste kunstmatige eiland of de Deltadienst van de Rijkswaterstaat heeft reeds het ontwerp voor de twee kunstmatige eilanden tussen Veere en Kamperland van de tekentafel ge haald. Hoewel het ontwerp nog het fiat van het be stuur van ..Het Veerse Meer" behoeft, laat het zich toch wel aanzien, dat er weinig aan dit aantrekkelijke plan zal worden ge wijzigd. De twee eilanden, waarvan de meest noordelijke ..Schutteplaat" zal heten en het andere ..Mosselplaat", zullen in één bestek worden uitgevoerd. Het zullen eilanden met zeer behoorlijke afmetingen zijn. Het eiland „Schutteplaat" zal een oppervlakte hebben van 5.4 ha. De oeverlengte van het eiland word 1200 meter. Het eiland ..Mosselplaat" wordt 5 ha groot. Dit krijgt een oeverlengte van 1325 meter. Beide eilanden krijgen op een gunstig ge situeerde plaats aanleggelegenheid voor jachten. Op beide eilanden komt een spar telplasje voor kinderen. Wanneer de grond voldoende ontzilt is zal er gras worden in gezaaid. Door Staatsbosbeheer zal er struik gewas op worden geplant. Er komen ook enkele toiletgebouwtjes. Als dit plan is gerealiseerd, zal er. tussen Kamperland en Veere, ten noorden van de Haringvreter een aantrekkelijk vaargebied zijn ontstaan. Ook deze eilanden zullen boven water komen, net als „De Arneplaat" volgens het „pannekoeksysteem". Op de plaats waar men zich de eilanden heeft gedacht, wordt zand gespoten, dat gezogen wordt vanaf de rondom liggende ondiepten. Natuurlijk is men er niet met dit opspuiten van zand. Het zal moeten worden opgevoerd tot een be paalde hoogte boven N.A.P. En dan zal de oever van het nieuwe eiland moeten worden verdedigd. Het zand, de specie, welke omhoog wordt gebracht, zal nog een hoog zoutgehalte be vatten. Er zal dus niet onmiddellijk gezaaid en geplant kunnen worden. De regen zal het zand moeten ontzilten en er zal zich een zoetwaterbei onder het eiland moeten gaan vormen. Onder de Haringvreter is deze zoetwaterlens bijzonder snel ontstaan. Ho pelijk is dit bij onze nieuwe eilanden ook het geval. „Waarschuwingssysteem". Het bestuur van „Het Veerse Meer" heeft zich er over beraden op welke wijze de vei ligheid van het Veerse meer kan worden bevorderd. Het vorig Jaar hebben zich enkele ver- drinkingsgevallen voorgedaan, welke begrij pelijk overigens, nog al in de publiciteit zijn geweest. Hoewel het nimmer mogelijk zal zijn alle ongevallen te voorkomen, omdat de mens, ook op het water, onoplettend en noncha lant is; faktoren, welke ook op de weg. oorzaak zijn van vele ongevallen. Toch wil men van de zijde van „Het Veer se Meer" al het mogelijke doen om het aan tal verdrinkingsgevallen te beperken. Men kan deze maatregelen onderscheiden in een waarschuwings- en in een reddings systeem. Wil een reddingssysteem goed werken, dan is het nodig om vanaf het voorjaar tot eind september een aantal boten met be manning „stand-by" te hebben. En dan nog zal het niet mogelijk zijn om zo tijdig mogelijk ter plaatse te zijn. dat men drenkelingen het leven kan redden. Vooral bij lage temperaturen van het wa ter is het een kwestie van minuten. Omdat door de langgerektheid van het meer een flink aantal boten mét bemanning nodig zou zijn is voorlopig een dergelijk systeem om financiële redenen niet reali seerbaar. Anders is het echter met een waarschu wingssysteem. Hoewel natuurlijk van iedere „goede" watersporter verwacht wordt, dat hij naar de weerberichten luistert en bekend is met de tekenen van de wolkenformaties, wijst de praktijk uit, dat dit nog veel te wensen overlaat. Het Veerse meer is niet gevaarlijker dan welk ander watersportgebied ook. Maar in dien er een weersverslechtering komt is dit in het algemeen op het Veerse meer sneller merkbaar. Je ziet bij een opstekende wind op het meer al heel snel witgekuifde kopjes verschijnen. Een van de oorzaken is de gro te strijklengte van de golven. Een van de plaatsen waar men al gauw moet uitkijken is het nauwe gat bij de haven van Geersdijk. De ouwe vissers kunnen je nog vertellen hoe. ook al voor de afsluiting, zij dit ge deelte van de Zandkreek vreesden. Aan het algemeen bestuur van „Het Veer se Meer" zal een crediet worden gevraagd om een waarschuwingssysteem voor het Veersemeer-gebied te maken. De rijkshavendienst heeft hiervoor haar medewerking toegezegd. Bij een bepaalde graad van weersverslechtering zullen door deze dienst een aantal posten rond het meer worden gewaarschuwd waarop een bepaald sein zal worden gehesen. Een en ander zal worden begeleid met de nodige publiciteit. Zomer- en winterpeil. Zoals de meesten bekend is. heeft het Veerse meer een zomer- en een winterpeil. Op 1 september begint men met het wa ter te verlagen tot een peil van 0.70 m N.A.P. is bereikt. Dit peil blijft gehandhaafd tot begin april. In de septembermaand wordt nog veel gevaren. De watersport ondervindt dan gro te hinder van het verlaagde peil. Maar ook het uit het water halen van de schepen geeft grotere moeilijkheden. Een verlenging van het zomerpeil tot eind september zou alle moeilijkheden oplossen. Dit blijkt echter niet eenvoudig te zijn, omdat bij de uitvoering van de aanpassings- werken na de afsluiting, een aantal gemalen zijn gesticht, maar om verschillenderlei re- oen een suatiesluis van de Onrustpolder is gehandhaafd. Vooral bij langdurige regenval in de nazomer moet men het water van deze polder kwijt en dat kan alleen bij een peil- verlaging van het Veerse meer. Hoewel hier dus de agrarische- en water- sportbelangen niet hetzelfde zijn, worden toch nog pogingen aangewend om tot een voor ieder aanvaardbare oplossing te ge raken. Varen met snelle boten. De ANWB en KVNWV hebben een geza menlijk rondschrijven aan de verschillende provinciale besturen en recreatieschappen gericht, om verordeningen met betrekking tot het varen met snelle motorboten aan te vullen met het volgende artikel: „Het is verboden een motorboot, die snel ler kan varen dan 16 kilometer per uur te besturen, anders dan gezeten op de voor de bestuurder bestemde zitplaats." De bonden geven op deze suggestie de volgende toelichting: „Enige ongelukken, die in de afgelopen ja ren met snelvarende motorboten zijn voor gevallen. waaronder twee met dodelijke af- looo. werden veroorzaakt door onbemand varende boten waarvan de bestuurder over boord was gevallen. Bij onderzoek is ge bleken. dat vrijwel alle ongelukken hadden kunnen worden voorkomen of minder ern stige gevolgen zouden hebben gehad, indien de bestuurder slechts op de voor hem be stemde zitplaats had gezeten, in plaats van op de zijkant van het vaartuig." Openluchtrecreatie. Eén dezer dagen lazen we nog eens wat naar de mening van prof. F. M. Maas de stedeling van het landschap in de open ruim te verwacht als hij er op uit trekt. Tien punten kwamen hen waarschijn lijk voor; „een aantrekkelijk verblijfsmilieu voor korte of lange duur; de ruimte welke vaak in de stad ontbreekt; de ruimte van afwisselende maat en vorm; de vrijheid die een minder geoccupeerde ruimte kan bieden; zuivere lucht, zuiver water en een niet be vuilde bodem; de natuur als randmilieu; het bos als decor; het water om er op uit te zien of er in te verblijven; vele landbouwgebieden vanwege de ruimte of de productiewijze; de wegen als aantrekkelijk gevormde com- municatiebanen." Dit alles vindt men in het Veersemeer- gebied. Vaste oeververbinding Westerschelde. Bij het lezen van het enige tijd geleden door de stichting vaste oeververbinding Westerschelde uitgegeven, door drs. S. P. van der Zee samengestelde rapport, onder streepten wij het belang van een derge lijke verbinding, niet het minst voor het toerisme, toen we lazen: „Het Internationaal toeristisch verkeer, dat via de veren al omvangrijk is. zal door een vaste verbinding worden gestimuleerd. Het dag- en weekend bezoek vanuit de agglomeraties Brussel, Antwerpen en Gent aan de Zeeuwse stranden zal belangrijk toe nemen. Verder is het Deltagebied voor west- Belgiê en Noord Frankrijk het dichtstbij zijnde watersportgebied van formaat." Toeneming van beroepsvaart op het Veerse meer? Gedeputeerde staten van Zeeland heb ben op een desbetreffende vraag uit de Staten geantwoord, dat zij niet van plan zijn de totstandkoming van een achter waartse scheepvaartverbinding tussen Vlis- singen-oost en het Veerse meer te bevor deren. Een belangrijke uitspraak van ons hoog ste bestuurscollege in de provincie. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1969 | | pagina 7