het hydro-biologisch instituut in Yerseke. Hier bevestigde men het vermoeden dat het paalworm was. In waterstaatskringen ontstond hierover een flinke deining. Er is over de omstreeks 1730 optredende paalworm-invasie heel wat geschreven. Als men het hierover gepubli ceerde leest, wordt het begrijpelijk, dat bij het verschijnsel paalworm, de heren de schrik om het hart slaat. PAALWORM EEN NATIONALE RAMP. Tot ongeveer 1730 gebruikte men o.a. bij het bouwen van zeedijken veel hout. Palenrijen waren nodig om de meestal met wierpakken (wierriemen) beschermde dijken zodanig stevigheid te geven, dat de wier- pakken bij storm niet konden kantelen en daardoor de dijk onbeschermd lieten. Deze wierriemen kwamen in hoofdzaak in Holland voor. In Zeeland werd de voet van de dijk, die een glooiende voorzijde had, voorzien van een krammat van rijshout. En toen gebeurde het in de lage landen bij de zee, dat een weekdier (paalworm), een paniek teweeg bracht. Deze paalworm is eigenlijk helemaal geen worm, maar een tweekleppig schelpdier. Het behoort tot de familie der Terdinidae. De twee schelpen zijn gevormd tot een soort boor- of rasp- installatie. Het dier hecht zich één of twee weken nadat het moederlichaam is verlaten als larve aan houtoppervlak. Als de schelpjes aan de kop zich vol doende hebben ontwikkeld, begint het dier loodrecht op het vlak van het hout te boren. Eenmaal via de dan nog kleine boorgang in het hout gedrongen, kan niets zijn vraat zucht meer stuiten. Naar beneden en naar boven vreet hij zich in de lengterichting van de vezel door het hout. Op deze wijze ondermijnt hij met vele gangen de weerstand van het hout. ONZICHTBAAR GEWROET. In 1731 kwam die ondermijnende aktivi- teit van het dier pas aan het licht, toen reeds de stromende beweging van het water, het houtwerk ter bescherming van de dijken over kilometers iengte afbrak. Paalwerken langs de Westfriese zeedijken waren over een lengte van 47 kilometer geheel vernield. Pas toen er groot alarm was geslagen, bleek de enorme verwoesting die de paalworm had aangericht. Over grote lengten stortten de wierriemen in zee, omdat de paaljukken ervoor volkomen verteerd waren door de worm. Vooral de Zeeuwen en Friezen sloeg de schrik om het hart. Er werd in die jaren bij de verdediging tegen het water op grote schaal eikenhout toegepast. Juist in dit hout voelde de worm zich thuis. Grote delen van het beneden de zeespiegel gelegen Nederland kwamen in gevaar. BIDDAGEN. De regering van ons land vond de toe stand zo ernstig, dat er biddagen werden uit geschreven. De overweging was, „dat het gezegende Nederland of een gedeelte van dien, in nood van overstroominge kwam te verkeren door een zeldzaam wormgeknauw." De internationale pers wist te vertellen, dat er ondanks de arbeid van duizenden, door de worm grote gaten in de dijken wer den uitgehold en dat de ondergang van Nederland nabij was. Kop van de paalworm met boor- en rasp- schelpen (sterk vergroot VOORUITGANG DOOR RAMPSPOED. Men probeerde op allerlei manieren de opmars van het beest te stuiten. Men tracht te de verdedigingswerken te beschermen, door de palen, gordingen, enz. van 50 cen timeter boven de waterlijn tot even daaronder te bespijkeren met korte spijkers met grote koppen (wormnagels). De koppen van de spijkers roestten aaneen en vormden een pantser. Sluisdeuren werden vaak met ko peren platen bespijkerd. En nog hield men hiermede de worm niet uit het hout. Door stoten met haken of door aanvaring, kwamen er altijd wel openingen waardoor het beest naar binnen kon dringen. Men ging nu in plaats van de houten beschoeiing op grote schaal steenbestorting voor de dijken toepassen. Het veel gebruik te eikenhout werd vervangen door verschil lende soorten tropisch hardhout. Door het offensief van het weekdier kwam het tech nisch ontwikkelingsproces met een sprong vooruit. De gulzigheid van de paalworm heeft op ongedachte wijze iets goeds voort gebracht. DE PAALWORM VERSLAGEN? Na de verwoede aanvallen van de paal worm in de jaren 1730 tot 1734 hoorde men weinig meer van het dier. Men dacht dat men het voorgoed had verslagen. Er 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1970 | | pagina 10