Gesloten delta wordt ZOETWATER-DORADO.... Belangrijke proeven. Door de afdeling waterhuishouding van de Deltadienst van rijkswaterstaat worden deze winter belangrijke proeven in verband met de afkalving in het Veerse meer genomen. In Scheveningen verricht men metingen over de afname van het strand. Men gaat daar de gevolgen bestuderen die wind en golven maar ook de eb en vloed op het strandprofiel hebben. Het is belangrijk om te weten hoe de duinerosie zich voltrekt. Ook in het water loopkundig laboratorium worden binnenshuis de invloeden onder verschillende omstan- digdheden bestudeerd. Niet alleen voltrekt zich de afslag van strand en duin, aan de kust die aan eb en vloed onderhevig is; ook in niet getijdewater is deze afslag. Hier zijn het de wind golven die deze afslag veroorzaken. De Deltadienst is bijzonder geïnteresseerd •in de wijze waarop deze afslag plaats vindt. Men wil ook weten hoe een zandige oever zich aanpast. Door het verkrijgen van meer inzicht hierin, kan men de oeververdediging hierop aanpassen. Dit is niet alleen belangrijk voor het Veerse meer, maar ook voor de verdere in richting van de Deltameren. Aan de Noord-Bevelandse oever gaat men voor deze proeven duintjes opwerpen met de nabootsing van een echt duinprofiel, al leen op een veel kleinere schaal. Hierbij komen dan de meetpalen, die met alle andere aparatuur, de waterstaatsmensen na veel berekeningen inzicht zullen geven in de wijze waarop de verdediging tegen de aanvallen van de natuur moet worden gevoerd. Bij de beëindiging van dit project hopen wij op dit werk in een wat uitvoeriger artikel te kunnen terugkomen. Het Veerse meer: ook belangrijk voor Rot terdam. Rotterdam is een dynamische stad. Er gebeurt daar zo het een en ander. De groei na de oorlog was onstuimig. Het is wereld haven nummer één geworden en niet alleen de havens, maar ook de stad zelf draagt daar het stempel van. Het is een echte „werkstad" geworden. Vaak wordt gezegd dat Rotterdam alleen werkstad is en er komt veel kritiek over de „leefbaarheid" in deze metropool. Men wil daar nu iets aan gaan doen. Ter gelegenheid van het zilveren jubileum van de bevrijding en de herbouw van de stad wordt van mei tot september 1970 de mani festatie Communicatie '70 gehouden. Gemeente en bedrijfsleven gaan in allerlei evenementen gestalte geven aan „De fees telijke ontmoeting van mens en stad." Ook aan het eerder genoemde gebrek aan leefbaarheid gaat men wat doen. Men heeft grote plannen om in de binnenstad sfeer en vertier te brengen. Er komt een recreatie-maquette aan de hand waarvan het publiek zich een beeld kan vormen van de recreatiemogelijkheden in en rond Rotterdam. Van het Wassenaarse slag tot aan het Veerse meer. Wij wisten reeds dat het Veerse meer niet alleen een boven-regionale functie vervult maar zelfs internationaal bekend is. De vele Rotterdamse gasten zijn geziene gasten op en aan het Veerse meer. Het is wel prettig om te horen dat de Rotterdammers het Veerse meer zien als een voor hun stad belangrijk recreatie-gebied. Vergadering „Het Veerse Meer". Op 22 december 1969 werd de laatste vergadering van het algemeen bestuur van „Het Veerse Meer" in het jaar 1969 ge houden. De voorzitter, de heer Van Poelje, ver welkomde de leden in het stadhuis van Veere. Hoewel de agenda niet veel onder werpen vermeldde, waren de te bespreken zaken niettemin van groot belang voor het Veerse meer. Door de herindeling op Zuid-Beveland, worden de drie Veerse meer-gemeenten Wol- phaartsdijk, Kattendijke en 's Heer Arends- kerke opgeheven. Hiervoor in de plaats zal dan de gemeente Goes komen. Met ingang van 1 januari 1970 zal hierdoor in de ge- meenschappelije regeling „Het Veerse Meer" nog slechts door 5 gemeenten worden sa mengewerkt. Dit zijn: Veere, Arnemuiden, Goes, Kortgene en Wissenkerke. Hierbij komt dan nog de provincie Zeeland als partner. Eén van de agendapunten was het door de directeur ingediende interim-rapport over het waarschuwingssysteem. Elders in deze rubriek vindt u hierover meer. Er was enige discussie over dit onderwerp. Men sprak algemeen de wens uit al het mogelijke te doen om de veiligheid van de waterspor ters te waarborgen. In januari zal hierover nader worden ge rapporteerd. Het komende voorjaar gaat het Haringvliet dicht. In het voorjaar 1971 wordt de Brou- wershavense dam geblokkeerd en wordt het Grevelingenbekken gesloten. In het Haring vliet ontstaat een pure zoetwater-delta. De ze zomer hebben de hengelaars met mooie voornvangsten al een voorproefje gehad van deze verzoetende delta-arm. Tot 1978 blijven Grevelingen en Veerse meer nog zout, om dat de sluiting van de Oosterschelde pas de verzoeting van het totale Zeeuwse meer inluidt. Wat staat ons na 1978 te wachten? Studies van hydrobiologen, visserij-bio logen en specialisten van de deltadienst van rijkswaterstaat hebben de laatste tijd een aantal belangrijke gegevens opgeleverd. Ai in 1957 gaf dr. Havinga de waarschu wing, dat de diepe geulen van de delta wel eens zuurstofloze gaten zouden kunnen wor den, die in de zomer een giftige zvavel- waterstofvorming te zien geven. De laatste inzichten van rijkswaterstaat zijn stellige verzekeringen, dat er luchtpom pen en mengmethoden mogelijk zijn om het zoute water uit de grote diepten te verwij deren. Sommige visserij-biologen zetten nog vraagtekens, maar de techniek staat voor niets. In een tijd, dat we op de seconde af op de maan landen moet dit klusje toch te realiseren zijn. Zandbanken. In het Veerse meer, Grevelingen en Oos terschelde liggen enorme zandbanken, die met laag water, dus bij eb, vaak droogvallen. Indien na afsluiting van de zeegaten een zomerpeil wordt ingesteld, dat rond N.A.P. ligt of enkele decimeters erboven, ontstaan ondiepten. In een zoet water delta zullen hier vele waterplanten gaan groeien, waarin vele zoetwatervissen zoals snoekbaars, snoek, baars, brasem, voorn en zelfs zeelt prima voortplantingskansen zullen krijgen. De burgemeesters en VVV-directeuren en lieden, die de Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta moeten inrichten op de toekomstige recreatie zouden er verstandig aan doen, de Aan het algemeen bestuur werd machtiging gevraagd voor het voteren van gelden ten behoeve van het inrichten van standruimte op de watersporttentoonstelling de HISWA in Amsterdam. Deze tentoonstelling is in zijn soort één van de belangrijkste in Europa. Na enige discussie werd het voorstel van het dagelijks bestuur aanvaard. De heer Hofker, hoofdingenieur van de deltadienst, zou na de vergadering vertel len over de oever-aantasting. Hij was echter door ziekte verhinderd. De heer Becker hoofdingenieur van de provinciale waterstaat voor Zeeland gaf in zijn plaats een korte uiteenzetting. De bestuurderen van de drie scheidende Veersemeer-gemeenten werden door de voor zitter hartelijk bedankt voor datgene wat zij in de loop van de jaren voor het Veerse meer hadden verricht. Tijdens een daarna in restaurant „Kam perduin" te Kamperland gehouden lunch werden de gesproken afscheidswoorden nog eens geaccentueerd. In de woorden van dank door de schei denden gesproken, was daarbij een onder toon van weemoed te beluisteren. biologen eens te raadplegen. Het is nu al te voorspellen, dat in plaatsen waar on diepten en diepere geulen elkaar afwisselen, in de toekomst ideale uitvalsbases voor de hengelsport ontstaan. In Scharendijke, Brou wershaven en Bruinisse om enkele voorbeel den te noemen, zal het de komende jaren na afsluiting van het zoute water niet alleen raak zijn op ingesloten zeevissoorten. Na 1978 zal een verzoete delta in deze kust gebieden ware hengel-dorado's scheppen. Er zijn maar enkele voorbeelden genoemd. Deskundigen voorspellen, dat in de vele ondiepten van het Zeeuwse meer een vis stand tot ontwikkeling zal komen, die veel op de vaderlandse merengebieden en boe zemwateren lijkt. Van groot belang voor de ontwikkeling van snoekbaars, baars, aal en zelfs forel zou het zijn, dat op grote schaal ook spiering tot ontwikkelinig zou komen als prooivis voor de nieuwe visbevolking. Diverse kleine spieringsoorten zouden een ideale rol kunnen spelen. Wat dat betreft zijn de kansen voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta zelfs heel wat beter dan het IJsselmeer. Op de voor malige Zuiderzee, een ondiepe kom, ontbre ken deze ondiepten. Dat is de belangrijkste oorzaak, dat de snoek en zeelt niet tot grote ontwikkeling is gekomen. De vooruitzichten voor de delta zijn heel wat rooskleuriger. Er kan vis zwemmen op bijna elke diepte. De ondiepe zandbanken zullen nadat het zout is uitgespoeld door de inlaat van het zoete water, reusachtige broedplaatsen worden. Er is nog een belangrijke factor, die gun stige perspectieven biedt. In het zuiden van Nederland komen gemiddeld wat hogere lucht- en watertemperaturen voor dan in het midden of noorden van het land. De geboor tegolven van de schubvis en roofvissoorten (hier genoemd) zullen dus wat gunstiger uitvallen dan elders in het land. Ook de temperende invloed in de winter van de zee kan een rol ten gunste bij strenge winters spelen. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1970 | | pagina 13