SAMENWERKING!
Er wordt hard gewerkt in de provincie
Zeeland. Er wordt hard gewerkt in de ge
hele Delta.
De industrialisatie van de provincie geeft
o.a. aan het provinciaal bestuur handen vol
werk. Werk, dat op bijzonder kritische wijze
door de openbare mening wordt begeleid.
Er is een samenwerking op interprovinciaal
niveau, terwijl vele commissies met hun ad
viezen de ontwikkeling helpen bevorderen.
De milieu-hygiêne is een belangrijke fak-
tor bij de nodige besluitvorming.
Als echter een goede milieu-hygiêne ver
zekerd is, zal nog aan een minstens even be
langrijke voorwaarde tot goed en veilig wo
nen moeten worden voldaan en wel een ver
dere verbetering van het leefklimaat.
Vele geïnteresseerden.
Als dit klimaat goed is, zal niet alleen
ons welzijn bevorderd worden; het zal moge
lijk zijn de ten behoeve van de voortgaande
industrialisatie aan te trekken werkkrachten
er van te overtuigen, dat het wonen, werken
en recreëren in de provincie Zeeland goed is.
Wat bieden we nu?
Nóg kunnen wij bij onze werving van toe
risten en arbeidskrachten de hoge zuivere
lucht zonder benzpyreen en zwavel, maar
wel mèt ozon, zout en jodium offreren. Wij
moeten vertrouwen hebben in onze overheid
en veronderstellen, dat deze belangrijke za
ken veilig zullen worden gesteld.
Nog niet genoeg.
Het pakket van voorzieningen voor toerist
en inwoner is zeker nog niet volledig met de
hierbij gevoegde blonde duinen en het brede
Noordzeestrand. Wij zullen nog heel wat
aan ontwikkeling moeten doen om, bij
veel gebrek aan zon, compensatie te vinden
in andere zaken.
Wel het ene, niet het andere.
Ondanks misrekening van de landelijke
overheid bij de bouw van woningen, hebben
we er wel vertrouwen in, dat voor een mo
dern onderdak van onze import-Zeeuwen
gezorgd zal worden.
Over het onderdak van het naar wij hopen
toenemend aantal toeristen zijn wij niet zo
gerust. Het aantal hotel- en pensionbedden
o.a. in het Veersemeergebied is ontstellend
klein. De ruimte in de kampeersektor is
redelijk, maar verblijfsaccommodatie van
enig niveau is er veel en veel te weinig.
Wel wordt er zo hier en daar in de ver
schillende gemeenten een beetje gepionierd,
maar het komt niet van de grond.
Toch gebeurt er wat.
Zoals bekend mag worden verondersteld,
heeft een werkcommissie van de provinciale
recreatieraad het vorig jaar een recreatie
nota het licht doen zien. Hierin wordt onder
meer aanbevolen om complexen van voor
zieningen op streekniveau op het gebied van
de ontspanningsaccommodatie te creëren.
Deze voorzieningen kunnen alleen worden ge
realiseerd als er grotere complexen voor de
verblijfsrecreatie kunnen worden aangewe
zen.
Alleen dan zal men in staat zijn om gro
te beleggers, die moderne vormen van ver
blijfsaccommodatie willen stichten, te kunnen
interesseeren.
De individueel werkende gemeente zal
nooit in staat zijn projecten van formaat al
leen te realiseren. Alleen samenwerking in
streekverband zal mogelijk tot resultaten
leiden.
De heer A. L. van Geesbergen, lid van
Gedeputeerde Staten van Zeeland en voor
zitter van de provinciale raad voor de re
creatie heeft thans het initiatief genomen
om te komen tot zulk een samenwerking. In
enkele vergaderingen met de gemeentebe
sturen van een streek, werd door hem op het
nut hiervan gewezen.
Volgens de persberichten is dit voorstel
tot samenwerking positief ontvangen en zijn
er groepen gevormd waarvan de leiding in
handen van de heer Van Geesbergen werd ge
legd.
Een eerste begin.
We mogen er verheugd over zijn, dat dit
initiatief is genomen. De in de bestemmings
plannen opgenomen projecten hielden in het
algemeen weinig of geen rekening met het
beleid in het aangrenzend gebied
Anders was dat in het recreatieschap
„Het Veerse Meer", waar in een samenwer
kingsorgaan door oorspronkelijk acht ge
meenten de plannen voor de ontwikkeling
van het recreatiegebied zoveel als mogelijk
was op elkaar werden afgestemd. (Zie elders
in dit nummer).
De heer Van Geesbergen wees er op, dat
men niet kan volstaan met het ontwerpen
van ontwikkelingsplannen; ook bij de uit
voering van die plannen zal samengewerkt
moeten worden.
Hoe nu verder?
Naar we kunnen aannemen zal er nu ver
der in de verschillende regio's op deze sa
menwerking worden aangedrongen. Ook hier
zal een schaalvergroting moeten worden toe
gepast om tot resultaten te kunnen komen.
Maar in de werkgroepen zal het nodig zijn,
dat men weet waarover men spreekt, als
men het heeft over „een zo gevarieerd mo
gelijk pakket van voorzieningen".
In de eerder genoemde Zeeuwse recreatie
nota wordt het van belang geacht de attrac-
tiewaarde van de Zeeuwse kustgebieden te
vergroten. Hiervoor zullen secundaire ont
spanningselementen op verschillende niveaus
aanwezig moeten zijn. Per recreatiecomplex,
per badplaats en per recreatiezone.
Bovendien worden dan nog elementen in
de verschillende complexen geprecisieerd.
Het zijn de bekende voorzieningen van
kinderbadje, via bar-dancing tot winkelpro
menade. Noodzakelijke elementen, waarbij
de zogenaamde slecht-weer-accommodatie
niet vergeten mag worden.
Is dit het dan?
Zijn we er dan, als we om te beginnen
concentratiepunten van ontspanningsmoge
lijkheden op niveau in de regio maken? Is
het hiermede dat we ons ook aanpassen aan
het subsidiebeleid van het ministerie van Eco
nomische Zaken? Nog is er geen geld voor
dit te voeren beleid. De overheid zal echter
moeten medewerken en zich er bij betrok
ken moeten gevoelen.
Of worden deze zo goed bedoelde plannen
doorkruist door de plannen van verschillende
groepen om in hun regio een attraktiepunt
van formaat te stichten?
Waarom zo geheim?
Terwijl de hiervoren geschetste plannen in
alle openheid worden voorbereid en het
overleg hier metterdaad een feit is,
worden er op verschillende plaatsen be
sprekingen gevoerd en plannen gemaakt om
te komen tot een „attraktiepunt van for
maat".
Omdat ons gebleken is, dat bij de pro
vinciale raad geen van deze plannen bekend
is, willen we hier aktiviteiten signaleren, wel
ke zeker niet passen in het voortvarend pro
vinciaal beleid. We signaleren het ook, om
dat bij deze grote plannen kennelijk zo wei
nig rekening wordt gehouden met de aktivi
teiten in de regio's.
De motivering voor dergelijke grote plan
nen is, dat er gebrek is aan een attraktief
recreatieobject van meer dan lokale en
regionale betekenis.
Plannen rond Brouwershaven, de Een
dracht, op Zuid-Beveland bij de Ooster-
schelde, op Walcheren, in West-Brabant en
waarschijnlijk nog wel meer, bestaan dank
zij de ontwerpen van aktieve cultuurmaat
schappijen en de geringe bodemvastheid van
een aantal voortvarende lieden. En als wij
dan de benodigde „ruimte" horen schatten
op 60 a 100 hectaren en een begroting van
de kosten op 200 a 300 miljoen gulden
komt, worden er door ons vele vraagtekens
gezet.
We vragen ons af hoe het mogelijk is dat
in een kleine provincie als Zeeland het mo
gelijk is dat er groepen personen kunnen
zijn. die zonder de bij dit beleid direct
betrokkenen er in te kennen, dit soort plan
nen voorbereiden.
We vragen ons in gemoede af of er in
vesteerders bestaan die geloven in een op
brengst van 30.000.000,(zegge en
schrijve dertig miljoen gulden).
Investeerders die toch zouden kunnen we
ten, dat voor deze grote en grootse plan
nen nog zelfs niet informatief met een pro
vinciaal bestuur contact is gezocht, zodat
hier ook ten opzichte van die streekaccom-
modatie coördinerend kan worden gewerkt.
Wat is een attraktiepunt van formaat?
Om een idee te geven van wat bij het
noemen van een „attraktiepunt van for
maat", promotors voor ogen staat, laten
we hieronder een opsomming volgen van
wat zulk een project zou moeten omvatten:
1. een park met watervogels zoals flamin
go's, ganzen, eenden, zwanen, lepelaars,
kraanvogels, pinguins, waterhoentjes;
2. een aquarium;
3. kas met waterplanten (Victoria Regis
en tropische cultures);
4. het zich ontwikkelende Deltagebied in
diorama of miniatuur;
5. polderlandschap met molens, ringvaar
ten enz. in werking;
6. onderwaterrestaurant te midden van vis
soorten;
7. waterlegenden en sprookjes (monster
van Loch Ness, zeeslangen, zeemeer
minnen, waterwolf, Rixc van het Oerd
en andere waddenlegenden, Moby Dick,
Walvis van Jonas);
8. waterorgel, fonteinen, perpetuum mobilé
watermolen;
9. museum voor modellen van vissers-
binnen- en zeeschepen, alsmede veer
boten, ponten en baggerschuiten;
10. vijver met rondvaartbootjes, kano's en
waterfietsen;
11. arctische en gletscherlandschapafbeel-
dingen;
16