VASTE WINTERGASTEN In de Veerse Meer Gids. No 4. 1e jaar gang is voor de eerste maal een artikel verschenen over ganzen. In het hierna vol gende verhaal zullen een aantal aspecten van deze spectaculaire wintergasten nader besproken worden, waarbij speciaal aan dacht geschonken zal worden aan die gan zen die regelmatig te zien zijn in het gebied van het Veerse meer. Het gaat hier dus om: Kolganzen, Rietganzen, Brandganzen en Rotganzen. De belangrijkste pleisterplaatsen van gan zen in Nederland liggen in de provincie Friesland en het Deltagebied. Daarnaast bevinden zich ook nog pleis terplaatsen in het Dollardgebied, oostelijk Noord-Brabant, Kampen en omliggende pol ders, sommige Waddeneilanden en de om geving van oostelijk Flevoland. Tesamen zijn nu in Nederland circa 61 pleisterplaatsen voor ganzen te onderschei den die elk jaar weer plaats moeten kunnen bieden aan 110.000 tot 120.000 wilde ganzen. Deze terreinen hebben zo goed als alle maal met elkaar gemeen dat zij uitgestrekt zijn, en voldoende rust bieden aan de aan wezige ganzen. Het behoeft weinig betoog dat deze voor waarden in een overvol land als Nederland steeds moeilijker te verwezenlijken zijn. Ook de terreinen die aan deze voorwaarden voldoen zullen in dit land ernstig gevaar lopen. Dit probleem zal echter in dit artikel niet aan de orde zijn, hoewel de verleiding groot is. Vergeeft u mij wanneer ik af en toe mij hieraan zal bezondigen. Wij beperken ons dus tot de vier soorten die in het gebied van het Veerse meer over winteren. Volledigheidshalve kan nog ver meld worden dat ongetwijfeld ook wel an dere soorten als deze in het Veerse meer gesignaleerd zullen zijn, maar het gaat dan meestal om kortere en veel onregelmatigere bezoektijdperken. 1. De Kolgans. Deze gans is in het Veerse meer wel in aantallen tot maximaal 5000 waargenomen. Dit is, gezien tegen het aantal dat jaar lijks in Nederland overwintert (60.000), een behoorlijk aantal. De Kolganzen moeten, om hun overwin- teringsgebieden te bereiken reusachtige af standen afleggen. De broedgebieden van deze ganzen liggen namelijk in de Russische toendra's binnen de poolcirkel. Het Neder landse overwinteringsgebied is dus bijzonder westelijk gelegen en men kan gemakkelijk uitrekenen dat deze vogels tussen de 3500 en 4000 kilometer moeten trekken om hun overwinteringsgebied te bereiken. Vanouds komt deze ganzensoort voor in gebieden langs de kust en in estuaria, maar daarnaast ook veelvuldig in het binnenland van Europa. Zo zijn in Oostenrijk, Hongarije en Yoegoslavië belangrijke pleisterplaatsen bekend van deze soort. BROEDGEBIED VAN rotgans brandgans Omgeving Veerse Meer 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1970 | | pagina 20