KAAP HOORN SCHEPEN: hun glorietijd en hun ondergang Een ontmoeting op zee. De stip die aan de horizon achteruit zicht baar werd zou een stoomschip kunnen zijn, zo snel kwam hij omhoog en werd hij groter. Er stond een frisse zuidoost passaat en de blauwe zee was bezet met witte schuim koppen. Een stevige kleine bark voer met alle zeilen bij, terwijl het water bij het slin geren uit de kluisgaten spoot. Zijn lading van 1500 ton saltpeter werd vanaf de west kust van Zuid-Amerika naar Europa voort gejaagd met een snelheid van negen knopen. De stip achteruit groeide tot een pyramide en blonk sneeuwwit in het felle zonlicht. Al spoedig werd het duidelijk dat het niet de bovenbouw van een stoomschip was, maar een zeilschip van kolossale afmetingen dat met hoge snelheid naderde. Aan boord van de kleine bark vroeg men zich af welk schip dit wel kon zijn. Het was in het jaar 1910, klippers waren er niet meer. Die waren er trouwens ook nooit in deze grootte geweest. Zeil na zeil verhief zich boven de kim, om uiteindelijk de zwarte romp van een nitraat schip te vertonen. Binnen een uur was het oplopende schip te loevert opzij gekomen en in een wolk van schuim stoof het voorbij. Aan boord van de kleine bark leek het of hun schip stil lag. Ze zagen dat het loef- waartse schip een vijfmaster was. Het hing een beetje over met de lijspuigaten te water en de zee gutste uit de waterkleppen. Het was een indrukwekkend hoog schip, waarvan de masten 200 voet boven de zee torenden en waarbij de 1500 tons bark een dwerg leek. Men telde drie en veertig zeilen, allen prachtig gezet en trekkend als zovele paardenkrachten. Terwijl het passeerde, las men op de achterspiegel zijn naam en thuis haven: ..Preussen Hamburg". Voor het einde van de wacht was de vijfmaster nog amper te zien aan de kim vooruit. In deze geest beschreef Alan Villiers in zijn boek ,,The Way of a ship" de majesteit van het grootste ra getuigde Kaap-Hoorn zeilschip, dat ooit werd gebouwd. Kaap Hoorn. In het jaar 1519 stuurde de Koning van Spanje de Portugese zeevaarder Magellanes naar het westen, om te proberen een door tocht naar Azië te vinden. Langs de kust van Zuid-Amerika naar het zuiden varend, vond hij tenslotte een door gang naar de Stille Oceaan, die hij op 28 november 1520 bereikte. Van toen af werd deze doorgang Straat Magellanes of Ma- gellaan genoemd. Het kostte hem 38 dagen om door deze doorgang in de Stille Oceaan te komen. Ofschoon wordt beweerd dat de Engelse vrijbuiter Francis Drake in 1577 door stor men zo ver naar het zuiden afdreef, dat hij tenslotte om Vuurland heen in de Stille Oceaan terecht kwam, wordt de eer van deze ontdekking toch niet Drake toegekend. Het waren twee Nederlandse zeevaarders Schouten en Lemaire, afkomstig uit de stad Hoorn, die ten zuiden van Straat Magellanes een nieuwe zeestraat ontdekten die men la ter Straat Lemaire zou noemen. Deze Straat doorvarend bereikten zij de meest zuidelijke punt van Vuurland, die men van toen af Kaap Hoorn noemde. Zo bereikten zij op 12 februari 1616 de Stille Oceaan. Vuurland ontleent zijn naam aan de vele vuren van inlanders die men van de schepen af op dit koude en onherbergzame land zag branden. De route langs Kaap Hoorn zou vele jaren lang de heirweg der grote zeilschepen wor den op hun vaart tussen Europa en de Australische graanhavens en tussen Europa en de salpeterhavens langs de westkust van Zuid-Amerika. Op zijn reis rond de wereld voer Olivier van Noort reeds in 1616 door de Straat Magellanes, terwijl de Zeeuwse zeevaarder Jacob Roggeveen, geboren in Middelburg in 1659, op zijn op 1 augustus 1721 begonnen ontdekkingsreis, ook om Kaap Hoorn zeilde. Berichten uit vroeger tijd gewagen van een onherbergzame kust, die ter hoogte van Kaap Hoorn tot diep in het zuiden reikt. Rond en ten zuiden van deze Kaap doen stormwinden vanuit zuidelijke poolstreken hun invloed gelden en een ontmoeting met ijsbergen is daar zeker geen zeldzaamheid. Zo ontdekte in 1840 het Nederlandse zeil schip Generaal van Geen in deze wateren een ijsberg van 1000 voet hoogte en ging het emigrantenschip Guiding Star na een aan varing met een ijsberg ten onder, waarbij de meeste opvarenden verdronken. Een van de meest stoutmoedige reizen 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1970 | | pagina 11