ook op het water VEILIGHEID MEESPELEN MET DE KERK EN RECREATIE... Dit schip, een der laatste vier mast bar ken ter wereld, liep in 1902 in Le Havre van stapel, zo stond destijds in het contactblad van L. Smit en Co. te lezen. Het voer tot 1923 onder de naam Champigny voor een rederij in Nantes. In 1923 werd deze bark naar Finland verkocht en onder de naam Fennia opnieuw in de vaart gebracht In een storm ter hoogte van Kaap Hoorn werd dit schip in 1927 zwaar gehavend. Het werd naar Port Stanley op de Falklandeilan- den gesleept en heeft daar 40 jaar als drij vend pakhuis dienst gedaan. Het ligt in de bedoeling de Fennia later naar San Francisco te slepen waar de vier- master als museumstuk voor het nageslacht zal worden bewaard. Naar ik onlangs vernam lag dit schip in augustus 1969 nog steeds in de haven van Buenos Aires. Gevreesd moet worden dat geldgebrek de uitvoering van het plan om dit schip alsnog van de ondergang te red den, heeft gestagneerd. Een club van oud-gedienden. Nog steeds bestaat er een internationale club van kapiteins, die vroeger op Kaap Hoornschepen hun loopbaan zijn begonnen. Ze komen trouw eenmaal per jaar bijeen om herinneringen op te halen uit hun zeil- tijd en om de zeemansliedjes uit die tijd te zingen. Bij de aanvang van de bijeen komst worden diegenen herdacht, die in het afgelopen jaar de club zijn ontvallen. Het trieste is, dat de club zodoende steeds kleiner wordt, want nieuwe leden zijn er niet meer voorhanden. Als plaats van samenkomst wordt steeds Hoorn gekozen, omdat het tenslotte zeelui uit deze stad aan de voormalige Zuiderzee zijn geweest, die ongeveer 350 jaar geleden voor het eerst die ruige kaap aan de zuid punt van Zuid-Amerika hebben gerond. Van de laatstgehouden bijeenkomst waren flitsen te zien in een televisie-uitzending op 9 juni 1969. Daarbij werd er nogmaals op gewezen hoezeer men elkaar aan boord van het grote zeilschip nodig had en hoe het in het bij zonder aankwam op een goede verstandhou ding aan boord tussen alle opvarenden. Als men daarbij hoort dat het volschip Suzanna in 1905 bij het ronden van de Kaap zozeer met pech te kampen had dat het negen ennegentig dagen duurde eer dit karwei was volbracht, schiet onze bewondering te kort als we bedenken wat in een dergelijk geval van het uithoudingsvermogen van de sche pelingen moest worden gevergd. In deze uitzending viel tevens te beluis teren dat men bij het ronden van Kaap Hoorn als regel te maken had met mist en hoge zee. Werden de weersomstandigheden zo slecht dat een steeds zuidelijker koers moest wor den gevaren, dan was de kans groot dat men tussen ijsbergen van honderd tot hon derdvijftig voet hoog terecht kwam, die wel een indrukwekkend gezicht opleverden, maar die de gezagvoerder tevens noodzaakten al leen bij dag te varen en 's nachts bij te leggen. Deze beproevingen behoren reeds jaren tot het verleden. Besluit. Zo verdwenen de zeilende Kaap Hoorn vrachtschepen van de zeeën; het gemecha niseerde schip heeft de route rond Kaap Hoorn niet meer nodig, het kiest zijn weg via het Panamakanaal. Wel varen heden ten dage nog een aantal zeilschepen over de wereldzeeën, die uit sluitend dienst doen als opleidingsschepen. Volgens het Duitse tijdschrift Quick zijn het er nog eenentachtig. Het zijn opleidings schepen voor toekomstig koopvaardijkader. Ofschoon veel experts de waarde van een dergelijke praktische opleiding thans betwij felen, zijn er vooral in het buitenland toch ook nog velen die in de waarde van een op leiding op een windjammer blijven geloven. Het enige zeilschip dat men ook heden ten dage nog in de buurt van Kaap Hoorn zou kunnen ontmoeten, is de Chileense vier- mastschoener Esmeralda, die als school- schip nog regelmatig reizen maakt naar Australië. Met de echte Kaap Hoorners zijn deze schepen echter niet meer te vergelijken. Wat er door de tijden heen rond Kaap Nu dit nummer van de ..Veerse Meer Gids" verschijnt voor Pinksteren en dus voor de eigenlijke opening van het watersport seizoen, willen we toch nog weer eens een aantal wenken herhalen. We zijn er van over tuigd, dat de meeste watersporters hun sport wel beheersen. Er zijn er echter nog zo velen, die met een zekere nonchelance, onnadenkend of met een gebrek aan zorgvuldigheid het wa ter opgaan Het vorig jaar zijn er enkele verdrinkings- gevallen bij het zeilen op het Veerse meer geweest. Het is zo jammer om te moeten constateren, dat deze verdrinkingsgevallen niet zouden hebben plaats gehad met een grotere zorgvuldigheid bij de voorbereiding. In het vroege voorjaar is de temperatuur van het water nog zeer laag. Sommige boten buizen erg bij wat wind. Men is al spoedig verkleumd. Men wordt trager in zijn bewe- Het aantal vakantiegangers, dat in de zomermaanden met tenten en caravans de kampeerterreinen bevolkt is de laatste jaren geweldig toegenomen. Per jaar gaan ongeveer 8.500.000 mensen op vakantie. Deze mensen willen allemaal dat hun vakantie een tijd wordt, waarin ze weer eens „lekker op adem komen". Veel mensen zijn echter niet in staat dit uit zich zelf te doen: ze stellen daarbij de hulp van anderen op prijs. Vandaar dat de laatste jaren op diverse campings in ons land een team van jonge mensen een handje helpen om werkelijk van hun vakantie te „genieten". Deze teams bestaan meestal uit vier tot zes jongeren, die zorgen voor allerlei akti- viteiten: wedstrijden, wandelingen, kinder spelen, muziekavonden, volksdansen, han denarbeid, etc. Dit recreatiewerk gaat uit van de kerken en is oekumenisch van opzet. De kerken doen dit omdat ze menen dat „het evange- Hoorn bleef, zijn de barre vrijwel niet be woonde kust, de mist, de regen, de hagel, de sneeuw, het ijs en de stormen en misschien ook nog wei eens wat handzaam weer. Geen enkele recreant zal daar ooit zijn vertier gaan zoeken. J. v. d. Broecke. Informatiebronnen: Alan Villiers: „The way of a ship". W. F. Leclerq: „Wind in de zeilen". Eric Newby: „De laatste graanrace". Fred. Schmidt: „Alle hens aan dek". L. Smit en H. Hacquebord: „Nederlandse zeilschepen. gingen, maar vooral de handen verliezen de noodzakelijke grijpvastheid. !n ieder geva! is het dragen van een zwem vest noodzakelijk. Men zou zich er aan moe ten gewennen dit altijd te doen. Maar men spot met zijn leven als men geen zwemvest draagt bij een lage temperatuur. Hebt u bij het nieuwe seizoen al ge oefend op: „Man over boord?" Doe het niet één keer maar herhaalde malen. U kunt er in voorkomende gevallen iemands leven mee redden als u deze manoeuvre goed beheerst. Er is een uitstekende ANWB-waterkaart van het Veerse meer; bestudeer hem. Zorg voor voldoende drijfvermogen in uw boot. Blijf bij uw boot als hij omslaat. Beluister in ieder geval het weerbericht voor u het water opgaat; kijk naar de ba rometer (we hebben a! weerstations in en kele jachthavens). Let, als u op het water bent op de tekenen dat er weersverandering op komst is, het kan zeer snel verslechteren. Bedenk, dat er bij een aanwakkerende zuid-westen wind vooral als u van Kortgene naar Veere vaart, bij Geersdijk een „lelijk stuk water" kart staan. lie het waard is gedaan te worden", omdat ze menen dat de „begeleiding" van de re creërende mens een taak is, die voortvloeit uit haar opdracht „te werken aan een betere wereld". Het werk op de campings en stranden wordt begeleid door een plaatselijke, inter kerkelijke recreatiecommissie, terwijl de lan delijke stichting ten dienste van het recrea tiewerk van kerken deze commissie adviseert en bemiddelt bij het aantrekken van team leden. Vandaar dat zij een oproep doet aan jon geren om „mee te spelen". Om als lid van een recreatieteam te kun nen deelnemen moet men minstens 18 jaar zijn. Er wordt 2 of 3 weken gewerkt tegen een zakgeldvergoeding van 25,per week; kost en inwoning vrij, en de reiskosten wor den vergoed. Nadere inlichtingen bij het bureau van de STIRK, „De Beukenhorst", Hoofdstraat 55 te Driebergen, telefoon 03438-31 64 of 29 42. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1970 | | pagina 15