e o ?-i O) Oi c 0> ö3 ÏH O O WD C WD p QJ QJ W QJ In 1969 was het aantal tweede woningen rond de 15.000 stuks. Hierin zijn begrepen alle vormen van het kleine buitenverblijf. In ons land hebben we op het ogenblik een tweede woningbezit van 1 op 25 gezinnen. Overal neemt het bezit van een tweede woning snel toe. De prognose van het aantal tweede woningen in ons land is voor 1985 600.000 stuks en voor het jaar 2000 wordt het geraamd op 1.200.000. Dan zullen dus respectievelijk 1:8 en 1 4'/2 gezinnen in het bezit zijn van een tweede woning. Is het verantwoord? Er worden zo nu en dan nog wel eens stemmen gehoord die protesteren tegen dit zich steeds uitbreidend aantal tweede woningen, omdat er nog zo velen zijn die nog geen eerste woning hebben en de nog hier en daar heersende woningnood het noodzakelijk maakt alles te doen voor de bouw van huizen ten behoeve van vele woningzoekenden. Ook professor Maas stelde reeds in een op een recreatiestudiedag gehouden inleiding, dat de bouw van tweede woningen niet mag gebeuren ten koste van eerste woningen. Maar de tweede woning komt zo ver tegemoet aan de wens van vele stedelingen naar rust, vrijheid, natuur en zuivere lucht, dat ook de stichting recreatie reeds in 1969 een positief standpunt innam. Deze stichting zegt: „Het streven naar een tweede woning moet gezien worden als een legitieme behoefte, die niet bestreden moet worden en die in de hand ge werkt wordt door de toenemende urbanisering, motorisering en vrije tijd. Is er nog ruimte voor? Eerder genoemde professor Maas schat, dat er in het jaar 2000 een oppervlakte van 75.000 ha ten behoeve van tweede woningen nodig zal zijn. Er zal vooral in de waterrijke land schappen, welke op een afstand van ongeveer een uur rijden van de grote steden liggen, zoals de deltameren b.v.. een enorme druk onstaan. Het meest ideale is voor velen nog steeds het huisje bij het water met bos in de nabijheid. Dit ideaal zal maar op zeer beperkte schaal werkelijkheid kunnen worden. In het enorme project het Grevelingenbekken b.v. zal vrijwel alle verblijfsrecreatie volgens de opgestelde plannen plaats mceten vinden buiten het Grevelingenbekken. Wel zal er volgens het plan Mansholt door het uit cultuur nemen van landbouwgronden waarschijnlijk wel ruimte komen voor de stroom van tweede woningen, maar die ideale formule van bos, recreatie-oever en water zal maar zelden worden gevonden. Het Veerse meer wel. Nog is er echter in het Veersemeer-gebied de mogelijkheid om zich het droomhuis te ver schaffen. In het basisplan 1967 is voorzien in de mogelijkheid om op enkele plaatsen aan de Veersemeer-oever zomerhuizen te bouwen, terwijl ook onmiddellijk achter de oude zeedijken nog wat ruimte is. Verderop in deze gids zullen we u wat adressen noemen. Maar bedenk dit wel: „Zorg dat u er bij komt", want er komt een tweede woning-nood. i 4 c 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1970 | | pagina 5