Brandgevaar op het water
een bepaalde vaarroute kan ook de beroeps
vissers op bepaalde plaatsen veel overlast
van boten geven; zeker van zeilers, die met
hun zwaard de fuiken meesleuren. We zou
den de vraag willen voorleggen of het niet
mogelijk is naast fuiken ook andere vang-
middelen te proberen. Dit zou het misschien
mogelijk maken het aantal fuiken te be
perken, zodat ook de beroepsvissers minder
risico lopen, dat hun spullen door zondags-
vaarders vernield worden. Naast een hoek
want; dus een lijn met beaasde haken, komt
ook het palingkistje in aanmerking voor aal
vangsten. Deze kistjes worden temeer ac
tueel, omdat er proeven genomen gaan wor
den met het ontwikkelen van reukstoffen. Tot
nog toe is spiering, zandspiering en kuit van
haring en voorn een ideaal lokmiddel ge
bleken om in een palingkistje te leggen. De
aal wordt door de geur aangetrokken en
kruipt in een kistje, waarin een mazen keeltje
zit, dat de vis net als in een fuik belet,
nog terug te zwemmen. De aal ziet het aas
(lokmiddel) niet. Om de geur te imiteren,
kunnen dus reukstoffen gebruikt worden. De
visserij-biologen zijn bezig nieuwe reukstof
fen voor dit doel te ontwikkelen. Het blijkt
trouwens ook wel, dat het insmeren van fui
ken met reukmiddelen voordelen kan bie
den. De beroepsvissers hebben met deze
kistjes minder kans op beschadiging, als er
Het is weer volop zomer. U vaart weer.
Behalve voor het varen zal uw boot in
veel gevallen ook worden gebruikt als twee
de woning.
Uiteraard is dit een plezierige omstan
digheid, maar u dient wel te bedenken dat
hieraan ook risico's verbonden zijn.
Het ,,Ass. Kantoor A. J. Provoost", Voor-
borch 2 te Middelburg, maakte ons er te
recht op attent dat er elk jaar tientallen
boten door brand verloren gaan.
Het leek ons daarom nuttig u enige wen
ken ter voorkoming van brand te geven.
Het klinkt misschien vreemd, maar ben
zine en dieselolie zijn in zekere zin minder
brandgevaarlijk dan petroleum als gevolg van
tenminste geen sprake is van kwaadwillig
heid dus diefstal van vis. Het lijkt ons,
dat het een studie waard is de beroepsvis
sers in de delta een alternatieve kans op
nieuwe vangmiddelen te bieden. Het Veerse
meer heeft enorm veel voedsel en zelfs
grotere uitzetting dan de natuurlijke intrek
van glasaal, zouden de vangsten voor be
roep en sport kunnen verbeteren. Dat is
wellicht nog wel eens nodig omdat de laatste
jaren intrek van glasaal niet bijzonder goed
was. Men zou aan de gemiddelde kleinere
vangsten in stuksgewicht ook zeggen, dat
aal op het meer door het beroep de laatste
jaren wat overbevist wordt. Ook al in ver
band met de slechte intrek van glasaal, die
ook elders in den lande werd geconstateerd.
Door deze kistjes op grote schaal toe te
passen, zou de hengelsport en watersport
minder overlast van de fuiken hebben en het
beroep wellicht minder kwetsbaar worden,
voor beschadigingen. Deze suggesties willen
we graag in dit orgaan van het Veerse Meer
als discussiestof op tafel leggen. Het is in
elk geval een studie en het overwegen waard.
Laat ook het beroep in dit blad eens publi
ceren hoe men daar over een en ander denkt
en hoe met name de schade aan hun vis
tuigen kan worden vermeden.
Cor van Heugten.
de verschillende ontvlammingstemperaturen.
Het gebruik van petroleumvergassers aan
boord moet daarom sterk worden afgeraden.
Ook benzinevergassers zijn uiterst gevaar
lijk. Om het brandrisico te beperken, worden
daarom in de laatste jaren steeds meer
voor kookdoeleinden butagas en ook wel LPG
gekozen.
Maar hoewel zij zeer praktisch zijn, is
ook het gebruik van deze gassen in jachten
niet zonder gevaar. Reden waarom enige
jaren geleden door de inspecteur-generaal
voor de scheepvaart een aantal regels is op
gesteld voor het aanleggen en gebruiken van
butagasinstallaties aan boord van beroeps
schepen. Sommige van deze voorschriften
zijn ook van belang voor de pleziervaart.
Hier zijn er enkele:
plaats de gasfles, indien daar ruimte
voor is, in een stalen, gasdichte kast
met een los deksel en een afvoer die
buiten het schip uitmondt. Butagas is
zwaarder dan lucht en ontsnappend gas
zal dus een uitweg vinden door de af
voer;
gebruik bij voorkeur koperen leidingen
en geen rubber slangen (er is goedge
keurde rubberslang in de handel, maar
die moet echter regelmatig worden ge
controleerd).
sluit de fles aan het eind van de dag
steeds af.
bevestig het kooktoestel zodanig dat
het niet kan omvallen bij het overhellen
van het schip.
Voorts wordt het plaatsen van tenmin
ste twee koolzuursneeuw- of schuimblussers
sterk aanbevolen. Twee, omdat in geval van
brand een blusapparaat dat zich in de
brandhaard (bijvoorbeeld de motorkamer)
bevindt, geen dienst kan doen.
Explosiegevaar op het water.
Wanneer u een benzinemotor aan boord
heeft, dient u te bedenken dat ieder jaar
weer ernstige ongelukken gebeuren door
benzinedamp.
Benzinedamp is zwaarder dan lucht en
zakt daarom onder in het schip waardoor
het gevaar van een explosie ontstaat. Het
explosievermogen van een mengsel benzine-
danp en lucht is zeer groot. De damp van
een kopje benzine kan in dit opzicht gelijk
gesteld worden met de kracht van twee a
drie kilogram dynamiet. Een lekkende brand
stoftank of leiding kan aanleiding geven tot
een hevige explosie.
Men moet weten hoe men dit kan voor
komen. Lekken kan men herkennen aan een
vettig laagje dat ter plaatse achterblijft
waar benzine is ontsnapt.
Voor de opsporing van explosief gas zijn
tegenwoordig gasdetectors verkrijgbaar.
Voorts zijn speciale vonkvrije afzuigventila-
toren in de handel.
Deze worden door de startmotor in wer
king gesteld, zodanig dat de startstroom
van de motor pas wordt ingeschakeld na
dat het eventueel aanwezige gas gedurende
drie a vier minuten is weggezogen. Uiter
aard moet vooral in de motorruimte de ge
hele electrische installatie vonkvrij zijn uit
gevoerd.
De bevestiging van de brandstoftanks is
van belang: niet te dicht bij de motor of
de uitlaatleiding zo weinig mogelijk bloot
stellen aan trillingen stevig bevestigen.
Om overlopen te voorkomen, verdient het
aanbeveling in tanks van meer dan dertig
liter slingerschotten aan te brengen. Elke
tank moet voorzien zijn van een ontluchting,
die buitenscheeps uitmondt.
Benzineleidingen moeten bij voorkeur zijn
vervaardigd van zachtkoperen pijp, die jaar
lijks moet worden uitgegloeid". Alle ver
bindingen moeten metaal op metaal zijn
zonder pakking. De pijp moet trillingvrij wor
den bevestigd, zo mogelijk met een flexibele
verbinding met de motor.
Benzinetanks dienen met de uiterste voor
zichtigheid te worden gevuld.
Statische vonken kan men voorkomen
door voortdurend contact te houden tussen
de vulpijp van de tank en de tuit van de
benzineslang of het vulblik.
Mocht er ondanks al uw voorzorgen toch
brand uitbreken dan is het een plezierige
gedachte dat in zo'n geval uw plezier
vaartuigenassuradeur de schade zal ver
goeden.
De premie hiervoor is betrekkelijk gering
en het genoemde Assurantiekantoor zal u
over de diverse mogelijkheden graag in
lichten.
7