Wat doen we nu met dat Veerse meer Bouwen we de oevers vol? Enige tijd geleden stelde in de raad van Veere één van de raadsleden de vraag aan de voorzitter van de raad of het bestuur van het recreatieschap „Het Veerse Meer" de bebouwing van de oevers van het meer sti muleerde. Daarbij kennelijk doelende op de bebouwing van de „Ruiterplaat" in Kam perland. In diezelfde periode ontvingen we nogal wat telefoontjes van mensen die verontrust waren over de afsluiting van de oevers tus sen het kanaal door Walcheren en de oude Middelburgse haven. Hier staat nu prikkel draad en zijn bordjes „Verboden Toegang" geplaatst. Men is kennelijk, en terecht, ongerust over het feit dat een dergelijk stuk open bare oever zo maar van de ene op de andere dag kan worden afgesloten. Meer nog vroeg men zich af of dit in de toekomst steeds zo maar door zou gaan en stukje bij beetje de nu vrij toegankelijke oever van het Veerse meer in beslag zou worden genomen door bungalowbouw of kampeerterrein. Deze ongerustheid is begrijpelijk. Maar al te vaak komt het voor, dat oevers van grote watersportgebieden alleen toegankelijk zijn voor een kleine groep bevoorrechten. Specu lanten maakten zich meester van uitge strekte oevergebieden en de kavels werden tegen hoge prijzen verkocht. Prikkeldraad en bordjes „Verboden Toegang" weerden de dagrecreant, die in veel gevallen slechts via een café-terras of langs een jachthaven de waterkant kan bereiken. Oevers voor dagrecreatie. Reeds bij de allereerste besprekingen over de toekomstige ontwikkeling van het Veersemeer-gebied, was men het er over eens, dat de „openheid" van de oevers ten behoeve van de dag- en verblijfrecreant zo veel als mogelijk is moest worden ge waarborgd. Het Veerse meer heeft een wateropper vlak van ongeveer 2000 ha. Deze opper vlakte drukt dus een sterk stempel op het gehele gebied. Het is ideaal voor de be oefening van watersport. Maar omdat er bij afsluiting tevens grote oppervlakten aan buitendijkse gronden be schikbaar kwamen, krijgt het ook hoe langer hoe meer een belangrijke functie voor de dagrecreatie. Eilanden voor de watersport. Omdat er niet voldoende gunstige oever lengte beschikbaar is cm de watersporter rustig te laten liggen, worden mede hierom een aantal kunstmatige eilanden gemaakt. In het Basisplan 1967 vastgesteld door het algemeen bestuur van „Het Veerse Meer" is de bestemming van de oevers rond het meer vastgelegd. Deze bestemming is in de bestemmingsplannen van de be trokken gemeenten opgenomen. Watersport èn andere vormen van recreatie. Uit de bij het basisplan behorende kaart kan men lezen welke deze bestemmingen zijn. De gemeenteraden hebben deze vast gesteld. In „Het Veerse Meer" is en wordt met als basis het bestemmingsplan gewerkt aan de totstandkoming van het uiteindelijk doel. Hierbij staat duidelijk voor ogen: 1. het geschikt maken van het meer voor beoefening van de watersport; 2. het inrichten van uitgestrekte oeverge deelten ten behoeve van de dagre creatie; 3. het slechts in beperkte mate toestaan van bebouwingen aan de oever ten be hoeve van bungalowbouw e.d. Een communicatiestoring. Het heeft ons verwonderd, dat een raads lid van een van de bij de gemeenschappe lijke regeling „Het Veerse Meer" aange sloten gemeenten in een openbare raadsver gadering aan de voorzitter van de raad de vraag stelde of het bestuur van „Het Veerse Meer" bebouwing van de oevers stimuleerde. Verwonderd, omdat de Veersemeer-gemeen- ten in onderling overleg hun plannen maak ten en samen vaststelden hoe die oevers er in de toekomst zouden gaan uitzien. Dat er een gebrek aan communicatie is tussen de overheid en haar onderdanen blijkt hoe lan ger hoe meer. Dat er een zo duidelijk ge brek is aan communicatie tussen bestuur- deren onderling verontrust ons. Ter geruststelling van u, bezoeker van het Veerse meer, willen we nog eens, mede aan de hand van de in dit nummer afgedrukte kaart, een uiteenzetting geven over de be stemming van de buitendijkse terreinen. Nieuw land. Na de afsluiting was er behalve een grote oppervlakte aan stilstaand water ook een grote uitgestrektheid a.an buitendijkse gron den beschikbaar gekomen. In het basisplan 1967, dat door het be stuur van „Het Veerse Meer" werd vast gesteld, zijn de grote lijnen van de ont wikkeling van het Veersemeer-gebied vast gelegd. Reeds toen was men het er over eens, dat de oevers van het meer voor het grootste gedeelte voor een ieder toegankelijk moesten blijven. Er zijn nog al eens afkeurende reacties op de bebouwing van de „Ruiterplaat" te ho ren. Niemand zal beweren, dat hier gebruik is gemaakt van de mogelijkheden welke deze oever bood. Buiten dit stuk bebouwde oever is er nog zoveel oever ten algemene nutte beschik baar, dat het mogelijk is het Veersemeer- gebied tot een groot formaat dagrecreatie gebied te maken. Teneinde u dus enig inzicht te geven in de situatie zoals die uiteindelijk zal gaan worden, geven we hieronder een beschrijving van hef ontwikkelingsplan. Veersedam. We beginnen bij de Veersedam. Met zijn 13 meter, op het ogenblik nog de hoogste waterkering in Nederland. De dam zelf zal altijd een toeristische attractie blijven. Velen die over de dam- menweg aan de voet ervan rijden willen zien wat er aan de andere kant te zien is. Er zijn aan de Veersemeer-zijde in het ta lud verschillende trappen gemaakt om het bestijgen gemakkelijker te maken. In 1961, na de afsluiting, kabbelde het water aan de zeezijde nog over de gehele lengte tegen de voet van de dijk. Daar kwam door het zandtransport uit zee al heel vlug verandering in. Op het ogenblik is het zo, dat zelfs bij hoog water al een hele strook zand aan de Walcherse kant bij de dijk droog blijft. De verwachting is, dat bij de verdere af sluiting van de deltagaten deze zandafzet- ting door zal gaan, zodat er over een aan tal jaren een breed strand voor de Veerse dam zal zijn ontstaan. Na de afsluiting van de Oosterschelde, waarop een 4-baans autoweg met secun daire wegen is geprojecteerd, zal ook de Veerse dam hieraan moeten worden aange past. De Oosterscheldedam zal uitlopen op een groot verkeersplein op Noord-Beveland gelegen oostelijk van de Banjaard. Hier zulien verschillende aansluitingen en aftak kingen moeten worden gerealiseerd. Zo sluit hier dus op aan de sterk verbrede Veerse dam, welke aan beide zijden een secundaire weg heeft Omdat de autoweg „doorgaand" is, zal men hier moeten kiezen als men b.v. naar de „Schotsman" wil. Deze toerweg zal door een gedeelte van de Schotsman worden geleid om vervolgens de meeroever te volgen. Wanneer men komende van Noord- Bevelandse zijde het Noordzeestrand wil bezoeken zal men ook reeds in de nabij heid van de Banjaard moeten aftakken op een secundaire weg welke de voet van de dam volgt. Omdat kruisen van de autobaan door voet gangers niet is toegestaan en dus onmoge lijk zal worden gemaakt, zal aan de Wal cherse kant de reeds bestaande voetgangers tunnel moeten worden verlengd. Op welke wijze een verbinding voor voetgangers tus sen de „Schotsman" en het Noord-zeestrand mogelijk moet worden gemaakt is nog niet bekend. Wordt het een luchtbrug of een tunnel? Deze „recreatiewegen" zullen dus straks de mogelijkheid bieden om het Noordzee strand of het Veerse meer te bezoeken. Naar men kan aannemen zal er een behoor lijke wisselwerking zijn en zullen beide vor men van kustrecreatie elkaar aanvullen. De Schotsman. Het grote bos- en oevergebied op de Schotsman zal naar men aanneemt een enor me trekpleister voor de dagrecreant zijn; de Banjaard met omgeving is een zeer aan trekkelijk gebied; het Veersemeer-strand bij Vrouwenpolder met zijn natuurlijke duintjes is altijd zeer in trek. Met het grote Noord zeestrand achter de dam staat het vast, dat dit gebied tussen Vrouwenpolder en Kamperland alle elementen in zich heeft om een dagrecreatiegebied van formaat te wor den. Dit gehele westelijk deel van het meer zal openbaar blijven. Aan de Noord-Beve- landse zijde is al een zeer goed café-restau rant gevestigd in de „Banjaard". Hotel- café-restaurant „Kamperduin" vervult een zeer belangrijke functie bij de ontwikkeling van het gebied aan die zijde. Het zal waar schijnlijk wel nodig zijn, dat in het uitge strekte bosgebied op de Schotsman een con sumptiegelegenheid komt. Wel is voorzien in de bouw van een horecabedrijf aan het water op de 30 ha oever naast het bosgebied, het deel dat bestemd is voor sociale recreatie. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1970 | | pagina 18